Los 27 saltos de Damajagua, DR

This is FUN!!

This is FUN!!

Ik moet wat bekennen. We zijn nu al een aantal dagen in de Dominicaanse Republiek en is het tijd om wat op te biechten… Ok, daar gaat ie dan. Dit eiland stond niet bovenaan mijn verlanglijstje. Sterker nog, ik wilde er het liefste na de Bahama’s met een grote boog om heen varen. Waarom? Vanwege de slechte verhalen van medecruisers over lastige in- en uitklaarprocedures. Ben wilde er wel graag heen en door de ontmoeting met Audrey & Richard van de ‘Celebration’ in Fort Lauderdale begon mijn weerstand te wankelen. Zij waren zo enthousiast over hun recente bezoek aan Luperon in de DR. Helemaal geen lastige inklaarprocedures. “Er hangt gewoon een bord bij de douane met alle prijzen en daar houden ze zich aan” vertelt Audrey om mij te overtuigen. De inklaarprocedure is hierdoor zeer transparant. Zij waren rond de 150 dollar kwijt en de ambtenaren waren heel vriendelijk. “Jullie moeten er gewoon heen en als jullie gaan, ga dan zeker naar de 27 watervallen!” doet Richard er een schep bovenop. “De wat?” vragen wij. De 27 Saltos de Damajagua. Maar liefst ZEVEN-en-TWINTIG watervallen om van af te springen! Daar was het toverwoord! Geen twijfel meer. Ik was om.

At the top, from here it's down, down, down...

At the top, from here it’s down, down, down…

All the way up!

Inmiddels liggen we in de Luperon, hebben de inklaarprocedure zonder problemen overleefd en rijden we op onze gehuurde 150 CC motor het vrijwel lege parkeerterrein bij de watervallen van Damajagua op. Het is nog vroeg en er komt vandaag geen cruiseschip in Puerto Plata. Dat betekent minder bezoekers. Hongerig staart een grote horde gidsen ons aan. “Helemaal naar boven?” vraagt de man achter de toonbank. Siiiii, we gaan all the way! “Moedig” zegt de man als hij ons de kaartjes overhandigd. We krijgen een zwemvest, helm en gids toegewezen, laten overbodige spullen achter in een locker en dan begint de grote klim naar boven. Ondertussen worden we lek geprikt door mosquitos, maar dat voelen we nauwelijks door de grote opwinding.

Na een klim van een half uur ligt de eerste waterval aan onze voeten! Kicken! Met knikkende knieën schuif ik voetje voor voetje naar de rand. Daar zet ik de camera aan. “One, two, three…” Ik spring… Er is geen weg meer terug… Een seconde zweef ik. Tussen rots en water. En dan land ik in het water tussen de kolkende golven. Ik ga kopje onder. Water, bubbels, geruis, het duurt even voor ik door mijn zwemvest weer naar boven drijf. Glimlachend en proestend kom ik boven. “Dit is gaaaaaaf” roep ik naar Ben, die een glimlach van oor

Ben gives the word floating a new meaning

Ben gives the word floating a new meaning

tot oor heeft. Nog 26 te gaan! Joehoe, let the fun begin.

Floaten

De daaropvolgende uren klauteren, springen en drijven we. Dan worden we weer tussen grote rotsen door geperst. Soms met grof geweld. De bescherming is geen overbodige luxe. De rotsen zijn gelukkig niet scherp, alleen een beetje hard. Het decor is adembenemend. Sereen. Groen. Grote rotsblokken liggen als zwerfstenen in het water. Overhangende bladeren en lianen. Met daartussen de stroom water die ons meevoert naar beneden. Een magische tocht. Het is bijna niet uit te leggen. Dit moet je gewoon zelf meemaken! We stellen het geduld van onze gids aardig op proef. Hij doet dit werk al zo’n 25 jaar en heeft die watervallen wel gezien. Hij wil eigenlijk zo snel mogelijk naar beneden en pakt vooral de wandelpaden langs het water. Maar daar trappen wij niet in. Het zwemvest heeft een fantastisch drijfvermogen en het zou zonde zijn daar geen gebruik van te maken. Ben drijft voor mij in de zoveelste plas. Hij geeft een totaal nieuwe invulling aan het woord floaten. Ik drijf achter hem aan en laat de stroom mij voortduwen, terwijl ik geniet van de omgeving en rustig op mijn rug foto’s van het uitzicht maak. Aan het einde van de stroom knuffelen we een rots met een stroom door de zon verwarmd water. Wat een spektakel. Wij hebben geen haast. Tranquillo! Dit is genieten met een grote G!

“Verderop is het veel mooier” roept de gids in een tevergeefse poging, als we in de zoveelste plas langzaam voorbij drijven. Jaja, daar trappen we mooi niet in. Dat zeggen ze altijd en voor je het weet ben je veels te vroeg aan het einde. Dit kan ons niet lang genoeg duren. Dus we blijven floaten en duiken de volgende plas in…. Geen gids die ons weerhoudt, ook al staat ie aan het einde van de stroom een beetje duimen te draaien. Bij waterval twaalf begint het mooie stuk, waar de gids het over had. Hij stelt voor om een filmpje met mijn camera te maken terwijl wij springen en floaten tussen de rotsen. Dit stuk is inderdaad fantastisch en snel zwemmen we achter de man met mijn camera aan… Heeft hij nou toch een slimme manier gevonden om meer beweging in de groep te krijgen? Gauw neem ik de camera weer over. Na drie uur is de waterval experience ten einde. We klauteren nog een keer bij de laatste waterval naar boven voor een toegift en dan is het echt over. Dit was fun op hoog niveau!

Lunch bij Imbert

Op de terugweg naar de boot stoppen we in het plaatsje Imbert voor een welverdiende lunch bij Paulo. Door de vitrines heen zien we sappige stukken kip, rijst met bonen en een lasagna met de Guineo (banaan). Onze ogen zijn groter dan de maag. Het smaakt voortreffelijk en we krijgen het recept voor de bananenlasagna mee naar huis. Jummie!

Ik heb natuurlijk tig foto’s en filmpjes gemaakt (lang leve de onderwater-camera), maar het filmpje moet even wachten tot het internet wat sneller is… Lo siento!

Op een 150CC dwars door de Campesino van de Dominicaanse Republiek

Discovering the DR on a 150CC

Discovering the DR on a 150CC

“Holaaaaaa!” Onze toeter doet het niet. Dus roepen Hola links en Hola rechts, terwijl we door Luperon rijden en zwaaien naar de mensen die we passeren. Ik zit bij Ben achterop. De wind waait door mijn haren. Een helm is niet nodig. Rijbewijs? Ze vragen er niet naar. Als we 450 pesos (ongeveer 12 $) afrekenen zijn we vrij om te gaan. De local way om ons te verplaatsen in de omgeving van Luperon.

Dominicaanse Republiek“Oehoehoe – oerend hard” dreunt het door mijn hoofd. Waarom denk ik nu aan het liedje van Normaal met Tinus op de motor en Bertus op de BS- Aaaaa….. en niet aan bijvoorbeeld een goede quote uit het boek ‘Zen en de kust van het motoronderhoud” van Robert Pirsig of uit het boek ‘Blue Highways” van William Least Heatmoon? Bemberdebembembem… De motor maakt een heerlijk geluid als Ben gas geeft richting de kustweg naar La Isabella, de eerste nederzetting in de Nieuwe Wereld van Colombus. “Pas op, daar zit een school met verkeersdrempel”. Ben neemt gas terug. Midden op de drempel slaat de motor af. We moeten nog even wennen. Dan rijden we het dorp uit en volgen de slingerende weg door de groene heuvels van het Cordillera Septentrional. Het landschap heeft veel weg van Europa, als we de palmbomen wegdenken. “Oh, daar zit een gat in de weg”. Al snel slingeren we behendig als echte locals om de gaten heen. ‘Traffic jam!’ Een kudde koeien loopt over de weg. We glijden langs mais- en rijstvelden door het ruige boerenlandschap van de Dominicaanse Republiek. Het ruikt naar hooi. In de berm staan melkbussen en af en toe een ezel of koe blaadjes te eten van de bomen. Er schieten kippen over de weg. Een stel Caballeros komt op paard voorbij.

No bridge!

No bridge!

Dichterbij de kust verwisselen we het asfalt voor een dirtroad. En dan staan we bij een rivier. De weg gaat niet verder. De brug is ingestort. Een man duwt een zelfgemaakt vlot over de rivier. Voor 100 pesos (de prijs van 1 koud biertje) kunnen we inclusief motor naar de overkant. Het ziet er geweldig uit, maar we besluiten om te draaien voor een lunch op het strand bij Isabella. Na de lunch volgen we via de kaart op de app Maps.me een binnendoor weg naar Luperon en belanden ineens bij een smalle rode blubberige dirtroad. Deze ziet er wel erg dirty uit. Geen idee hoe lang deze weg duurt en waar we precies doorheen gaan. Het is iets te veel avontuur, we gaan retour asfalt. Tegen de avond naderen we Luperon. “Holaaaaaa!” Al zwaaiend rijden we nu moeiteloos over de verkeersdrempels en tussen alle verkeerschaos door. We leveren de motor in en drinken ter afsluiting een Grande Fria (een grote Presidente van 600 ml) bij Wendy’s.

Wat was dit gaaf. Ondanks een houten kont besluiten we morgen weer een ‘brommer’ te huren. Dan gaan we naar de 27 watervallen! Dit is toch wel de ultieme manier om de binnenlanden van de Dominicaanse Republiek te ontdekken.

We verkennen de baai en het strand in Luperon, DR

Alfredo Simon, the famous Dominican Rep Beisbol player from Luperon.

Meet Alfredo Simon, the famous Dominican Rep Beisbol Pitcher from Luperon.

We hebben zooooo lekker geslapen. Wat een oase van rust deze baai. De boot draait een beetje op de eb & vloed beweging, maar ligt praktisch stil en we horen geen (verkeerd)geluiden! Ok, op een paar generatoren van longstayers met slechte accu’s na. ’s Morgens worden we wakker gekraaid door een haan, gevolgd door een paar vissersbootjes die naar zee gaan. Yes! We liggen in de Dominicaanse Republiek, in een nieuwe tijdzone, we zetten de klok een uur vooruit (nu UTC -/- 4 uur). Het is nog steeds een beetje onwerkelijk. Wat hebben wij een mooi weerwindow gehad!

The anchorage

The anchorage

Luperon

Het plaatsje Luperon ligt aan grote beschermde baai, omgeven door groene heuvels en mangrove, zoals je op het kaartje “The Gentleman’s guide to Passages South” van Bruce van Sant kunt zien. Wij liggen vrij diep de baai in. Hierdoor hebben we praktisch geen last van swell (golven). Een klein minpuntje. Het water is smerig. Als het eb wordt, stroomt alle viezigheid en afval van het dorp en de vissersvloot naar buiten. Wij hebben er geen, maar een watermaker draaien kun je hier wel vergeten. Of je moet richting zee naar het begin van de baai varen. Maar ‘je mag niet zo maar weg’ van de Commandante. Vaar je tussen havens dan heb je een dispachio (soort uitklaarbewijs van de haven) nodig. Voor een trip naar buiten om je water maker te laten draaien of iets te testen is het ook voldoende om je paspoort bij de Commandante achter te laten (zolang ze maar zeker weten dat je terug komt). Voor een verfrissende duik kun je masr beter naar het strand gaan.

Longstayers!

Longstayers!

Verkennend rondje met de dinghy

Er zitten een aantal ‘marina’s’ rond de baai. Nou ja, marina is een groot woord, ze hebben een steiger. Bij de mangroves liggen veel ‘Longstayers’. We leggen de dinghy bij de steiger van marina Puerto Blanco en lopen via de weg naar het strand aan de andere kant. Het ziet er behoorlijk Caribisch uit. Onderweg passeren we het all-in resort dat tot vijf jaar geleden voor heel wat werkgelegenheid zorgden in Luperon. Nu ligt het er troosteloos en verlaten bij. Als we het terrein oplopen worden we tegen gehouden door een bewaker die meteen vrienden met me wil worden op Facebook. “Alleen als we naar het zwembad mogen kijken”. Helaas mogen we niet verder. Dan ook geen vrienden haha.

Salute!

Salute!

Quote of the day ” if you get sick of the ice-cubs, you didn’t put enough rum in it!”

Onder de zeedruiven aan het strand zitten de locals met koelboxen, drank en een zak ijs. Uit hun auto dreunt swingende muziek. Er staat ook een hele luxe witte auto. Deze blijkt van Alfredo Simon. Een bekende plaatselijke honkbalspeler, die het nu pitcher is bij the Reds in Cincinnati, Amerika. “Hij wil wel met ons op de foto hoor” zegt een van zijn begeleiders (bodyguards?). Daarna krijgen we een fuerte vino tinto met ijs in onze handen gedrukt. Salute! Toch wel bijzonder, we zijn nog geen dag in een toch vrij arm land en krijgen alweer wat te drinken aangeboden.

De grote inklaar shuffle in de Dominicaanse Republiek

Land in zicht!!!

Land in zicht!!!

De hele nacht zien we lichtjes aan de horizon. ’s Morgens bij zonsopgang zien we eindelijk land. Een prachtig heuvellandschap in meerdere lagen gehuld in ochtendnevel. Terwijl we de kust naderen ruiken we het land, een combinatie van fris, aarde en vuur. Het is bijna laag water. De ingang van Luperon is volgens de boeken een beetje lastig, vanwege een paar ondieptes. Ze raden in ieder geval aan voor tien uur in de ochtend aan te komen, maar dat heeft vooral te maken met het feit dat na tien uur de tradewind op steekt. Wij hebben wederom een windstille dag en er komt alleen een frisse bries uit de bergen. We gebruiken de waypoints uit het boek van Bruce van Sant en de comments uit Active Captain. Als we de smalle ingang tussen de riffen naderen en de diepte meter rap rerug loopt zien we boeien! Dat maakt het een stuk makkelijker.

We slingeren tussen de boeien naar de haven. Aan stuurboordzijde halen vissertjes de dagvangst binnen. Langzaam naderen we de behoorlijk drukke ankerplek. Er heerst een serene rust. Het drijvende dorp moet nog ontwaken. Als we tussen de moorings een plekje zoeken komt Paco naar ons toevaren. “A mooring is 2 $ a day” zegt hij in het engels, terwijl hij een A-viertje met zijn andere diensten in onze handen drukt. Het aanbod is zeer aantrekkelijk, maar wij vertrouwen ons Rocna anker meer en er is voldoende ruimte om te ankeren. Lo siento. Wat later meldt ook Handy Andy zich, de andere boatboy van Luperon met een A-viertje.

En dan liggen we achter ons anker in de Dominicaanse Republiek! We worden omgeven door groene bergen. De tocht was super relaxt. En omdat het zo rustig was is zelfs de boot nog netjes. Het is nog steeds rustig in de baai, we horen alleen maar vogeltjes kwetteren.

First stop immigratie

First stop immigratie

Inklaren

We wachten een uurtje om te kijken of er iemand naar ons toekomt en varen dan naar de kant om in te klaren. Het Town Dock is aan een kant ingestort. Alsof er iemand tegen aan gevaren is. Via de kade lopen we richting het stadje Luperon. Aan het einde van de kade staan aan de rechterkant de gebouwen van de Immigratie, Douane, Port Captain en Agriculture. Daar moeten we eerst langs voor we door de slagboom kunnen die de weg naar Luperon blokkeert. Overal hangen, zitten, staan mannen. Vrij casual gekleed. Aan de petjes kunnen we zien waar ze van zijn. De eerste meldt zich. Hij blijkt van immigratie.

De inklaarkosten op een rijtje

De inklaarkosten op een rijtje

Terwijl Hedda en Walewijn binnen de papieren invullen worden wij benaderd door een man met een G4S logo. We moeten een toeristenkaart kopen a 10 $ per stuk. Beetje vreemd, want dit is voornamelijk voor toeristen die via het vliegtuig binnenkomen. Maar zolang wij die kaart niet kopen, doet de man van immigratie niets. Huh? Op een van de gebouwen hangt een bord met de prijzen en dit staat er ook tussen. We betalen en krijgen een lullig klein papiertje als bewijs, dat we volgens de man altijd bij ons moeten houden.

Second stop: Douane

Second stop: Douane

Uiteindelijk betalen we totaal 140 $ voor het inklaren:

  • 90 $ voor immigration
  • 10 $ voor de Port Captain (entree van de baai)
  • 20 $ toeristenkaart van G4S (10 p.p.)
  • 20 $ Agricultura
  • Bij de Aduana hoeven we niets te betaken.
Final: de mannen van de kustwacht en M2

Final: de mannen van de kustwacht en M2

We mogen door de slagboom! Maar niet voordat we de Guarda en M2 op onze boot hebben laten snuffelen. Ze wachten op ons. Vier mannen komen in het houten bootje van Handy Andy aanvaren. Maar een man is herkenbaar aan zijn gevechtstenue, de Commandante. Twee zijn van de M2 staat op het petje en de vierde weten we niet. Ze nemen allemaal plaats in onze kuip en maken onderling veel grappen, vooral over mujeres. Ze vragen naar onze paspoorten en papieren. Van de paspoorten wordt met een GSM foto’s gemaakt. De Commandante vult ondertussen een formulier in. “Where is your Dominican Republic flag?” Ehhh, ik sta met mijn mond vol tanden, deze vraag heb ik in bijna vijf jaar nog nooit gehad. “I’m still working on it” beantwoord ik zijn vraag. “When is it ready?” Ik wil eigenlijk zeggen “ahorita”, het woordje dat de dominico’s gebruiken voor later, maar ik durf niet en zeg ahora (morgen). Hij wilde vast Handy Andy helpen, die verkoopt namelijk vlaggen. “The Navy service is free, but a gift is welcome” vertelt de M2 man als ze klaar zijn. Dat komt mooi uit, want geld hebben we niet meer na het inklaren. ‘Cerveza?’ Dat willen de mannen wel. De mannen nemen de blikjes bier mee voor thuis en gaan naar de volgende boot. Yes, we zijn legaal en goedgekeurd in de Dominicaanse Republiek. Salute!

Het koufront is gearriveerd! Bahama’s

“And it is building right now…” Afgelopen nacht was het windstil. Nog meer stilte voor de storm. Een beetje spooky zelfs. Vanmorgen vroeg hadden we wat onweer. Rond half zes draait de boot verder noord en begint het te waaien. Tijdens het VHF-netje op kanaal 68 roept iemand dat het al 22 knopen waait. De eerste boot begint te ‘draggen’ (raakt ls van zijn ankerplaats) en het waait nog niet eens hard! Oh boy, wat gaat deze dag ons brengen?

Inmiddels waait het harder en harder. De wind draait pal noord en de boot draait mee. Af en toe krijgen we een flinke windvlaag (gusting) over. Ben zit buiten op ‘wacht’, te kijken of alle boten voldoende afstand houden van elkaar met deze windvlagen. Ik zit binnen te lezen. Op het moment dat Ben naar de wc gaat, krijgen we weer een enorme windvlaag, de boot helt over en naast mij zoomt plotseling het openwater ankeralarm. Ik vlieg naar buiten. Kijk snel om me heen. “Ben, we bewegen!”. Op dat moment roept de Ebijmar ons op via de VHF. We DRAGGEN!! De boot schiet naar achteren. Gelukkig staat de motor aan (we waren bij gebrek aan zon stroom aan het draaien). Ik neem plaats achter het stuurwiel en geef gas naar voren om weg te komen bij de motorboot, waar we nu gevaarlijk dichtbij komen. Ben staat inmiddels klaar op de voorpunt om het anker binnen te halen. Dat valt met deze windvlagen niet mee. De punt van de boot steigert in de golven, terwijl de een na andere windvlaag over ons heen komt. We slingeren van links naar rechts. Bij elke windvlaag helt de boot over. Maar stukje bij beetje halen we het anker op. Op het teken van Ben (verstaan kun je elkaar niet met deze wind) dat het anker binnen is, vaar ik in een rondje naar een plek achter in het ankergebied. Ruimte! Daar hebben we met dit weer behoefte aan. We laten het anker opnieuw zakken. Gooien nog meer ketting uit en trekkende boel strak. De boot ligt als een huis!

Maar hoe kon dit nou gebeuren? Een korte analyse. We hebben te weinig ketting gestoken vanwege drukte op de ankerplaats. En ons anker heeft zich niet goed ingegraven. Toen we gingen ankeren kwam de wind uit tegenovergestelde richting. Door de plotselinge windvlaag werd het anker uit de grond getrokken en door het turtle gras kon het zich niet zo snel weer ingraven. En daar gingen we…. Nu dobberen we op ruim water en kunnen we weer ontspannen!

Het koufront met harde winden houdt uiteindelijk twee volle dagen aan. Op de VHF meldt iemand dat het 40 knopen heeft gewaaid. We zijn aan boord gebleven, maar de boot heeft zich niet meer verplaatst.

Familie bezoek op de Bahama’s

"You got got stones?" vraagt Forrester aan Ben. "Yes, I got very good stones" antwoord Ben terwijl hij met een klap de dominosteen op tafel legt. Compleet #ingeburgerd

“You got got stones?” vraagt Forrester aan Ben. “Yes, I got very good stones” antwoord Ben terwijl hij met een klap de dominosteen op tafel legt. Compleet #ingeburgerd

Onze familie uit Amerika komt een week naar de Exuma’s. Hoe speciaal is dat? Nou voor ons very very special! Vanmorgen vroeg op en luisteren naar Chris Parker. We krijgen nog steeds een nasty koufront of trog over. De hardste van het seizoen waarschijnlijk. Goede timing. Vandaag is het nog rustig (stilte voor de storm), aan het einde van de middag worden al squalls en thunderstorms verwacht en morgen waait het stront van de dijken. Chris verwacht GALEFORCE!!! Rond de 40 knopen. Oops….

Dus vanmorgen boot geprepareerd. Een watertaxi naar George Town besteld, dan kunnen we altijd weer terug! Terwijl Ben staat te zwaaien op het voordek vertel ik Darren van watertaxi Elvis dat hij naar die zwaaiende man in een roze t-shirt moet sturen. Voor 15 dollar p.p. (rondtrip) varen we naar de overkant en weten we zeker dat alles safe is. Ondertussen houden Antares en Ebijmar een oogje in het zeil. Dat voelt goed.

You got good stone?

We krijgen al snel een lift van Michael naar het vliegveld. Er is een omleiding. “No worry, I get you to the airport”. Uiteindelijk zijn we er ruim op tijd. Het vliegtuig heeft een uur vertraging, maar die tijd weet Ben goed te doden met een spelletje domino onder de Flamboyant Tree met Forrester.

En dan zijn ze er! In real! Onze familie uit Amerika. Inmiddels zijn er alweer 4 maanden voorbij sinds we ze voor het laatst gezien hebben. Binnen no-time rijden Jason en Jesse een huurauto voor en rijden we naar hun huis aan het strand. Het huis is prachtig, het uitzicht fenomenaal en de Dolfijn komt precies op de afgesproken tijd voor het huis zwemmen. Het is zo leuk om hun enthousiasme te zien als ze het blauwe water en de dolfijn zien! Binnen vijf minuten liggen de eerste in het water!

Helaas gaat onze laatste taxi om 5 uur terug. De komende twee dagen komt het koufront met flinke winden over en zijn we gebonden aan de boot. Daarna hopen we snel de family-time in te halen!

Exploring Stocking Island by dinghy! Bahama’s

Trying out our new 'lobster-catcher'

Trying out our new ‘lobster-catcher’

Het is rustig weer. Een mooie dag om op verkenning te gaan met de dinghy. Met de Antares en Ebijmar varen we met de dinghy’s via de cut naar buiten. Het water is bijzonder blauw. De bedoeling is dat we lobster proberen te vangen met onze speciale (lobster)zwabber… Maar we komen niet verder dan een beetje snorkelen (ik dan, Ben blijft in de dinghy) en het rif ‘afstoffen’. No lobster! Te veel zeilers zijn ons al voor geweest. Willen we lobster, dan moeten we way verder naar buiten, daar waar niemand komt….

Wel zag ik een verpleegsterhaai, maar daar ga ik met een grote bocht omheen. Ok. Volgens de boeken leven hier 9 soorten haaien en staan we als mens niet op hun menu. Maar ze kunnen zich vergissen. Toch? Vooral in troebel water of als je alleen zwemt. En laat ik dat laatste nou net doen. Edwin zwemt wel in de buurt, maar met een speer, maar daar moet je ook niet naast zwemmen. Ik blijf liever een beetje uit zijn buurt! Stel je wel voor dat hij schiet, en mij aan ziet voor een haai… Uiteindelijk zien ik wat kleine vissen en heel veel waaier koraal.

Koffie, buuf?

Koffie, buuf?

“Koffie?” vraagt de Antares als ik weer boven water kom! Heerlijk. Ze zijn altijd voorbereid op een picknick, zelfs op het water! Speculaasje erbij? Nou zeg, wat lekker, ik zeg geen nee! En daar zitten we dan. Drie dinghy’s aan elkaar vastgebonden, midden op zee, aan de koffie! Tja geen lobster, maar de koffie metspeculaas maakt een hoop goed.

Blue hole

Eenmaal terug door de cut varen we richting Chat & Chill (hangout aan het water) op zoek naar de Blue Hole, die volgens de kaart aan de linkerkant van de baai ligt. Het zit voornamelijk onder water en het water is troebel, dus er valt niet veel te zien, maar het is heerlijk om gewoon weer te snorkelen!

Pootje baden in het glasheldere Turtle Bay

Pootje baden in de glasheldere Turtle Bay

Turtle Bay

De laatste stop met onze dinghies is in Turtle Bay, aan de overkant van de blue hole. Ondiep, helder blauw water. Geen turtle te bekennen, maar we klagen niet! Het was een fantastische dag om te zwemmen!

PS 4/2 naschrift…. Ik lees net dat Freek Vonk op Bimini door een haai gebeten is… Ehhhh, need I say more? Blij dat ik dat op deze dag nog niet wist 🙂

Alle voorraden zijn weer aangevuld! Great Exuma, Bahama’s

Terwijl de gasfles in de rij staat, kletsen wij bij met medezeilers

Terwijl de gasfles in de rij staat, kletsen wij bij met medezeilers

Het koufront is gepasseerd. Het weer wordt de komende dagen rustiger (lees minder wind & golven) en dat is het uitgelezen moment om de boot te verplaatsen naar de ankerplaats voor George Town, om onze voorraden aan te vullen. Terwijl we wakker worden met een bak koffie op onze nieuwe ankerplaats, komt de mailboat met verse voorraden al binnen. De dag om te bevoorraden is begonnen. We springen in onze dinghy en tuffen naar het kleine stadje met maar … inwoners.

Een lagoon

Om bij het stadje te komen varen we onder een smal bruggetje door. De eerste dag zijn de golven nog niet helemaal afgenomen en duiken we regelmatig vol met de dinghy in de golven. Een zout pak is het resultaat. Eenmaal de brug door en binnen op de lagoon nemen de wind en golven af en worden we getrakteerd op een oase van rust. Het water is vlak. En alles wat we nodig hebben, zit vlakbij en aan een steiger! Ongelofelijk en wat kun je hier als zeiler blij worden. It’s so easy to please us!

Water! Free, with compliments of the Exuma Supermarket!

Water! Free, with compliments of the Exuma Supermarket!

In een dag drinkwater, gas, diesel en groente

We beginnen de erste eag links bij de steiger van de Exuma supermarkt met GRATIS drinkwater. Dit is na het Bimini Resort en Black Point, de derde plek waar we gratis drinkwater krijgen. We moeten alleen een paar keer op & neer, maar zitten dan ook nokkie vol. Ik kan zelfs alle was wegwerken. De volgende dag beginnen we met gas. De gastruck staat links achter in de lagoon. Als we bij de parkeerplaats bij Eddie’s Edgewater aankomen ligt de kade al vol met dinghy’s. We zijn niet de enige! Clarence is druk bezig met vullen. Alle gasflessen staan in een rij voor de truck. Wij zetten onze flessen achteraan in de lange rij en kletsen met medezeilers tot we aan de beurt zijn. Machtig mooi systeem! Daarna is het tijd voor diesel. We hebben voor het laatst in Miami getanked. Rechts na de brug is de steiger naast het tankstation. Ook hier kunnen we lopend heen. Het is pak ‘m beet 20 passen met onze jerrycans naar de pomp! Er is veel omloop. En we kunnen met credit card betalen. Je loopt alleen risico dat ze even geen diesel hebben (elke twee/drie dagen wordt alkes met een rank auto aangevuld). Als wij komen is de truck net geweest en staat er een lange rij auto’s voor de pomp. De laatste stap zijn de verse voorraden. Met gemak vullen we alles aan met spullen van de supermarkt. Alles hebben ze en bij een lokale farmer koop ik nog een grote kool op de koop toe. De prijzen zijn redelijk en vergelijkbaar met Amerika.

George TownTjonge, nooit gedacht dat we in George Town zo makkelijk al onze voorraden aan konden vullen. We hebben in twee dagen alle verse voorraden, gas, drinkwater en gasflessen aangevuld! Bijzonder efficiënt! En on-Caribisch snel! Dat vraagt om een lokaal biertje en een extra lange douche! Morgen gaan we toch nog een keer water halen! Wat een weelde. Cheers.

Info voor de zeilers

  • Ze hebben hier een (nieuw) ziekenhuis, een Tourist information Center, een grote doe het zelf winkel, twee wasserettes en twee supermarkten.
  • De mailboat komt drie keer per week met verse voorraden
  • Gas haal je bij de gastruck van Eddie. Op woensdag staat hij vanaf 11 uur op de parkeerplaats tegenover Eddies Edgewater. Je kunt er met de dinghy heen en deze aan de kade, praktisch naast de truck, leggen. Voor twee flessen betalen we 20$.
  • Water kun je halen bij de dinghy dock van de supermarkt en is gratis! Prima plek ook om je dinghy achter te laten als je het eiland wilt verkennen
  • Diesel halen we bij de Shell. Onder de brug door, rechts aan de steiger. Je kunt lopend met de jerrycans naar de “Shell”. Kosten in jan 2017 4,13 per Gallon. We kunnen er met de credit card betalen.
  • De mailboat zorgt voor ‘verse’ aanvoer van o.a. groente en komt normaal op dinsdag.
  • Afval kun je kwijt in de truck met … opschrift, meteen rechts na de dinghy dock bij de supermarkt (kleine zak 2$ / grote zak 3$)
  • Een llokaal biertje (Kalik of Sands) kost 3$ tijdens Happy Hour bij De Turtles met free internet!
  • Andere -snellere- internet plek is Edie’s Edgewater. Een frisdrank kost hier 1,50$. Biertje 4$

Verlaten Decca station op Pipe Cay, Exuma’s

Exumas bahamas“Antares, Antares, hier de Blabber…” We staan op het punt om verder af te zakken naar Big Major Spot, onze kerstlocatie, maar hebben in Active Captain gelezen over een verlaten Decca Station. Intrigerend. We willen graag een tussenstop maken op Pipe Cay. Het is een tocht van nog geen acht mijl en we hebben nog even voor het volgende koufront komt. We gaan er voor.

Volgens de opmerkingen in Active Captain kunnen we zelfs de boot aan een verlaten betonnen kade leggen. Deze werd vroeger gebruikt door marine bevoorradingsschepen. Ruimte genoeg en ook goed beschut tegen de meeste winden (alleen niet tegen west wind). We naderen de stalen dolphins, maar besluiten op het laatste moment toch voor anker te gaan. Het is krap, maar op zich diep genoeg. We voeken ons prettiger op het open water.

Een baken uit de vorige eeuw

Als we naar de kant dinghy’en spotten we grote roggen op ondiep water. We leggen de dinghy op het strand bij het eerste gebouw. Het Decca station ligt er verlaten bij. Het tweede gebouw ligt wat verder naar achteren en als we het pad naar dit gebouw volgen, komen we uit op een spierwit strand waar we kilometers in het water kunnen lopen terwijl het water niet hoger komt dan onze knieën. We kijken uit op een resort en de eilandjes … Het water is gin clear, zoals de Amerikanen dat zeggen.

Ankerlocatie: 24.14.134 N / 076.31.279 W