De volgende stap is geld, een internet kaart en boodschappen. Daarvoor moeten we met de bus naar Sabanitas. De rit duurt 1 uur en 20 minuten! Kun je je voorstellen dat je in Nederland zo ver moet rijden voor je boodschappen? Je zou in dit tijdsbestek al over de grens zitten! Het leuke van de rit is dat we meteen wat van de omgeving van Panama zien. Alle zintuigen gaan open. De wekker gaat om half zes. Om half zeven moeten we bij de weg bij de nieuwe Marina staan om de bus te pakken. We trekken een lange broek en gympen aan (dressed like locals). Als we het terrein oplopen zien we de bus net langsrijden. Hij is drie minuten te vroeg! Wat? En dat in de Caribbean. Dat zijn we niet meer gewend! Nu moeten we een uur wachten op de volgende bus. De omgeving om te wachten is hier niet aantrekkelijk, dus we lopen alvast naar het dorpje La Guaira, tevens eindstation van de bus. Even lekker de benen strekken. We volgen de mooie vrij nieuwe asfaltweg. De vogels zingen. Het ruikt heerlijk. Overal hangen mango’s. Ze zijn alleen nog niet rijp.
Als we bij het dorp aankomen zijn we een uur verder en komt de bus ons achterop rijden. We mogen alvast meerijden. Het is een oude (afgedankte?) Amerikaanse Blue Bird schoolbus. Prachtig beschilderd, in felle kleuren. We stappen in en betalen de buschauffeur 2,50 p.p. Later zien we dat je dat pas aan het einde van de rit doet. Hoe onthouden ze dat toch? Of is het gewoon op goed vertrouwen? De bus draait op de doodlopende weg en rijd vervolgens weer langs de Marina richting de busterminal in Colon.
De buschauffeur is aardig in de Heer en om hem heen hangen allerlei attributen om dat te laten zien. Het valt ons op dat religie en buschauffeurs vaak samen gaan. Komt dat door hun rijgedrag? De bussen worden hier niet voor niets Red Devils genoemd 🙂
Uit de speakers schalt lekkere Spaanse salsa muziek. Er zitten voornamelijk vrouwen en kleine kinderen in de bus. Bij elke stop stapt er wel een groep schoolkinderen in. Herkenbaar aan het smetteloze schooluniformen. De stoelen zijn bekleed met een stofje dat je vroeger bij ons op voornamelijk eikenhouten meubelen zag. Iemand is druk geweest om alle banken te bekleden. Door de vloer kijken we zo naar buiten, op de weg. Als iemand naast je zit en er uit wil, sta je niet op, maar draai je met je benen naar het gangpad, zodat hij/zij zich langs jouw heen naar het gangpad kan wurmen. Ja echt wurmen. Reminder het zijn schoolbussen. De gangpaden zijn gemaakt voor schoolkinderen, maar als je ziet wat zich af en toe door het smalle gangpad heen perst. Ongelofelijk. Alle ramen staan open en als de bus rijdt waait er een lekker briesje door de bus. De temperatuur is aangenaam. Als we op de plaats van bestemming zijn roepen we hard ‘Parada’. Er zijn wel haltes, maar de bus stopt overal waar mensen langs de kant van de weg hun hand opsteken. Ook als hij net 30 seconden daarvoor gestopt is.
Het landschap is groen, heuvelachtig, we passeren een bord ‘De Vente Samentilas’ (hengsten). Overal staan koeien. In de weide staan wilde witte orchideeën. Op een heuvel passer en we een kerkhof met Caribische gekleurde graven boven de grond. Wow, a Grave with a view!
Na 1.20 uur pronto zien we de grote Rey supermarkt aan onze linkerhand en een bank aan de rechter kant. We stappen uit en halen eerst geld. Daarna een internet kaart. Check, check. Tijd voor een kopje koffie met iets zoets bij Rio de Oro, een panederia met twee soorten taart: roze en blauw! De boodschappen doen we bij Super 99. We vinden er zelfs weer meel voor bruin brood (integral). Omdat we zijn gewaarschuwd voor overvolle bussen en vingervlugge handjes nemen we de eerste keer niet te veel mee terug. Eerst maar eens ervaring op doen. We hebben ieder een rugzak en een tas met boodschappen. De eerste basis is weer binnen. Ik doe alle tassen extra goed dicht. Daarna gaan we weer voor Rey supermarkt staan. Daar stoppen de bussen naar de Costa Arriba en Puerto Lindo. Wij moeten de bus naar La Guaira hebben. Maar hoe herkennen we die? Er stoppen ontzettend veel bussen, de lettertjes op de voorruit zijn veels te klein. We vragen het aan de lokalen en de ‘proppers’. Er gaan ’s middags maar drie bussen naar Puerto Lindo. Het is handiger om eerst een bus naar Portobelo te pakken en daar over te stappen. Vanuit Portobelo vertrekt vaker een bus naar Puerto Lindo. We stappen uit bij een bushokje aan de hoofdweg. Er tegenover zit een chinees waar we wat te drinken halen. Ondertussen kijken we onze ogen uit. De eene na de andere prachtig geschilderde bus komt voorbij, natuurlijk allemaal richting Colon, verder een pick-up vol bananen. Tegenover ons zitten een paar lokale schoolmeisjes die elke jongen die voorbij loopt van boven tot onder keuren.
Anderhalf uur later arriveert onze bus. We kunnen zitten op een ‘zogenaamde loveseat-bank’. Deze bank is iets kleiner dan de banken aan de linkerkant, maar het is net te doen met zijn tweeën en de boodschappen. We zijn allang blij dat we kunnen zitten. Negen uur later zijn we weer terug in de haven, waar we vanmorgen om half 8 wegreden. Een dag kwijt om boodschappen te doen!