Gebroken worden we wakker. Al vier dagen liggen we flink te stuiteren op de ankerplaats. Niet alleen van links naar rechts, maar ook van voor naar achteren. De ankerketting schuurt heen en weer. Overdag zijn we praktisch niet aan boord en dat is maar goed ook, want het leven aan boord is lastig. Door een onverwachtse golf gaan we regelmatig onderuit als we door de boot lopen, als we koffie zetten vliegt het koffiefilter door de kajuit en aan boord klimmen is topsport. We moeten wachten op de juiste golf. Dan helt de boot over naar onze dinghy, het gangboord raakt bijna het water, snel klimmen we aan boord, pakken de verstaging beet en hellen in een beweging mee met de boot terwijl hij op de golf naar de andere kant beweegt. Daarna is de dinghy aan de beurt. Door de golven is hij niet te temmen en beweegt alle kanten op terwijl we hem snel omhoog takelen. Pfff we hebben het weer gered en zo gaat het al drie avonden achter elkaar.
Vanaf de kant ziet het weer er goed uit. Zonnetje, beetje wind en rustige zee. Maar het oog bedriegt. Eenmaal dichter bij de boot zien we hoe onze mast van links naar rechts swiept en worden we hard geconfronteerd met het echte probleem: de SWELL! Golfslag is er altijd wel in Statia, maar het is nu ondragelijk. Waardoor het veroorzaakt wordt snappen we niet helemaal, maar het heeft te maken met een swell uit het noorden die opbotst tegen een zuid-oosten wind. Wind tegen golven dus. Een slechte combi.
We hebben de afgelopen drie nachten bijna geen oog dicht gedaan. Elke morgen luisteren we om 6 uur vol verwachting naar weergoeroe Chris Parker. Wordt de swell minder? Gaat de wind draaien? Spreekt hij het verlossende woord? Helaas blijkt vanmorgen dat de swell nog even aanblijft. De wind wordt wèl minder, maar gaat helemaal naar het zuiden en dat betekent nog meer rollen op de golven en we komen met de boot aan lager wal te liggen. Dit in combinatie met al drie nachten slecht slapen is voor ons het teken om anker op te gaan. Een pijnlijke en moeilijke beslissing, want we zijn net aangekomen bij mijn ouders en hadden hier zo naar uitgekeken. Maar als we een ding hebben geleerd in de afgelopen vijf jaar zeilen is het wel dat we moeten luisteren naar het weer. Veiligheid van ons drijvende huis gaat boven alles. Om emotie in onze beslissing geen rol te laten spelen, stellen we ons zelf de vraag “wat zouden we gedaan hebben als mijn ouders hier niet woonden?” Tja eerlijk? Dan waren we na dag 1 al weg geweest. We nemen een rationele beslissing, daarom is het ook zo moeilijk uit te leggen.
Met lood in onze schoenen gaan we met het slechte nieuws naar mijn ouders. Zij zijn net als wij zwaar teleurgesteld. Vier dagen na drie jaar is veels te kort. Maar dit is het lot van reizen met een zeilboot. Het weer bepaald altijd ons schema en houdt geen rekening met familie bezoeken. Van alle vervelende beslissingen die we de afgelopen jaren hebben moeten nemen, was dit wel de moeilijkste. Helaas hebben we na vijf jaar moeder natuur nog steeds niet onder controle.
Aan de andere kant mogen we niet klagen. We hebben toch maar mooi vier hele dagen quality-time met mijn ouders in the pocket èn ze komen nog vier dagen naar St. Maarten. Waar we rustig aan een mooring van de ‘schattekes’ van de True Blue mogen liggen en minder bezorgd zijn om de boot als we op de kant zijn!