Wij gaan naar St. Georges, de hoofdstad van Grenada. En het beste vervoer is dan een taxi busje. In het taxibusje zit de chauffeur en zijn ‘propper’, het hulpje dat mensen naar binnen moet loodsen. We sjeesen over de weg, loopt er iemand langs de weg, dan toetert de chauffeur, mindert hij vaart, de zijdeur swiept open en de propper probeert ze naar binnen te lokken. Daarnaast helpt hij je eventueel bij het in- en uitstappen en rekent met je af als je het busje weer verlaat. Als je er uit wilt hoef je alleen maar op het chassis te kloppen, de chauffeur stopt overal, zelfs midden in de tunnel van St. Georges. Ondertussen komen er zware bassen uit de luidspeakers met muziek van de Killer, hij doet zijn naam eer aan!
St. Georges is een klein, levendig & relaxt stadje, met maar 35.000 inwoners. Het stadje heeft rondom heuvels, van een oude krater en vormt zich rond de grote baai die in tweeen wordt gesplitst door een berg met twee jachthavens en docks voor cruiseschepen. Boven op de berg staat het Fort St. Louis en het ziekenhuis. Op een andere berg staat de gevangenis. Toch bijzonder. In Grenada hebben de zieken en de gevangenen het mooiste uitzicht, ocean view!
De spicemarket is behoorlijk toeristisch. Wij kopen daar een gastenvlaggetje bij een man die achter zijn kraampje ligt te slapen. En als je goed om je heen kijkt zie je dat de meeste dit doen! Bij de Ocean grill met bar aan de haven halen we een Carib biertje. Er zitten twee Duitse jongens die mee varen op een cruise schip en morgen gaan ze weer richting huis. De tijd vliegt, zeggen ze. Dat vinden wij na een half jaar zeilen ook, prompt stoppen ze hun vingers in hun oren!
Orkaan Ivan heeft hier in 2004 aardig huisgehouden en naast de de nootmuskaat bomen ook de nodige kerken verwoest. Alleen de katholieke kerk is sndsdien herbouwd, zij hadden kennelijk geld.