Een tocht van 130 mijl voor diehards: tegen wind, golven en stroom in. Niet echt onze hobby. Maar ja, we moeten soms een concessie doen als we een gebied graag willen zien. We schudden alle kanten op. De zee is een beetje in de war en een lange deining ontbreekt. De vissen willen ook al niet bijten. De Blabberboot ploegt zich op de motor een weg door de wilde golven. We hebben het grootzeil bijstaan en zitten deze weg zo goed mogelijk uit! Leuk is anders. Gelukkig hebben we wel een heldere nacht, met de opkomende maan.
Onze eerste bestemming is Bluefield Lagoon, een baai vernoemd naar de Nederlandse piraat Blauwvelt. Kennen jullie hem? Ik had er nog nooit van gehoord. Nou ken ik ook niet zo veel Nederlandse piraten blijkt later als ik in google op een pagina met maar liefst 24 Nederlandse piraten beland. En daar staat Abraham Blauwvelt tussen, een Nederlandse piraat die vooral in Nicaragua en Honduras rond gezworven heeft. Dat moet hem zijn! Hij heeft niet alleen zijn voetprint in Bluefield Lagoon achter gelaten, maar ook een rivier en plaatsen in Nicaragua en Jamaica naar zichzelf vernoemd.
Voor de ingang van de baai ligt een kruimelpad van rotsen met een indrukwekkende branding. We varen naar binnen op de track van het Duitse schip La Paloma. Een half jaar geleden in de San Blas heeft hij ons zijn tracks van Bocas del Toro uit OpenCpn gegeven en dat is zeer handig in dit soort gevallen. We varen er ruim om heen en lopen langs een soort groene variant van de ‘ING poenschoen’ uit Amsterdam de baai binnen. Er zijn drie ankerplekken. Wij pakken de eerste aan bakboordzijde na het kleine dorpje op Punta Allegre. Al snel nadat we ons anker hebben laten vallen hangen de eerste jongens met hun kayucko aan onze boot. Ze kijken ons een beetje verlegen aan. De nieuwsgierigheid wint… “Waar kom je vandaan, hoe heet je, hoe oud ben je, is dat je vrouw? De gebruikelijke vragen worden gesteld. Daarna komen de vragen om spullen, een bijbel of boeken om te studeren, kleding, schoenen, potloden, allemaal vrij functioneel valt ons op. Maar zeker niet lastig. Als je nee zegt houden ze op en blijven ze even zo goed gezellig aan je boot hangen tot je zegt dat je ‘verder moet’.
De zon gaat onder. De maan komt op. In het dorp naast ons is alles donker! No lights. Bizar.