Vlak naast Panamarina ligt een klein dorpje aan het water, Cacique. Een leuke wandeling voor de zondag. We leggen de dinghy bij de Marina en lopen naar buiten. Op zondag en maandag is de Marina gesloten. We komen geen mens tegen, alleen een grote zwarte hond, een vriendelijke lobbes met van die treurige ogen. Hij heeft wel zin in een wandelingetje en sjokt de hele weg achter ons aan.
Je kunt wel merken dat het zondag is. Het is druk langs de kant van de weg met mensen die naar blauwe krabben zoeken of fruit uit de bomen halen. Als we het dorp binnenlopen zien we meteen het blauwe huis met het oude coca cola bord waar Aceite de Coco op staat. Anna maakt het zelf. Achter haar huis ligt een berg met kokosnoten. Deze worden geraspt, daarna gaat het in een grote ton, komt de kokos/vet boven drijven en wordt het uiteindelijk in een grote pan verhit zodat ze de olie kunnen scheiden. Als ik het goed begrepen heb hoor, want alles wordt uitgelegd in het Spaans… ‘Mucho trabajo’. Het is puur handwerk. Ze is de enige die het zelf maakt. Het ruikt heerlijk. We kopen een liter (in een plastic frisdrankflesje) en betalen 7,50 dollar. Daarnaast nemen we nog twee kokosnoten mee voor onze ‘Sunday snack’. Het dorpje is klein en er is niet veel te doen. Dus we lopen weer terug naar de Marina.
Op de terug weg zien we in de Tunnel of Love een groep nieuwsgierige kapucijnen aapjes. Ze verplaatsen zich over ons heen via de overhangende takken. Helaas lagen we niet dichtbij genoeg om ze te fotograferen.