De tocht was er niet een voor in de boekjes. Alhoewel, de boot liep als een dolle. Al snel na de dolfijnen stak er een lekkere wind op uit de goede hoek. Het werd eigenlijk onverwachts goed zeilweer. We zeilden praktisch de hele tocht. Wel scherp aan de wind, maar daardoor schoten we ook lekker op.
Alleen de bemanning had het wat moeilijk. We waren niet fit. Ben was op de dag van vertrek jarig en de dag er voor hebben we zijn verjaardag gevierd bij de Loco Toro met hamburgers en bier. En daarna nog een paar biertjes…. We kwamen pas om 01.00 uur thuis. De volgende morgen moesten we vroeg op. Uitklaren en laatste boodschappen en rond het middag uur anker op. Twee dagen zeilen op een wiebelende, hotseklotsende boot… Pittig! We hebben de vislijn maar weer binnen gehaald. Bang dat we een vis zouden vangen en moesten fileren op het achterdek in deze gammele staat. Het was vooral de boot op koers houden, de zeilen & windpilot stellen en de rit uitzitten. We verlangen een beetje terug naar het vlakke ‘zwembad water’ van Panama.
We waren helaas te vroeg voor de Albequerque eilanden (ongeveer 25 mijl van San Andres) en zijn in een keer doorgevaren naar San Andres. Voor het eiland moesten we nog een keer overstag en rond het middaguur liggen we voor de ingang.
Wat we dan zien is onwerkelijk. Flat gebouwen! Dat hadden we niet verwacht op zo’n klein eilandje… En bij de ingang van het kanaal liggen links en rechts enorme scheepswrakken. Niet echt bemoedigend als we nog binnen moeten lopen. Maar het maakt ons wel extra alert! Na de aanloopboei volgt een betond kanaal. Heel normaal zou je zeggen. Ja inderdaad, voor Europeese begrippen, maar hier is het een bijzonder verschijnsel! Betonning hebben we na de Atlantische oversteek bijna niet meer gezien! Op het kanaal loopt onze dieptemeter rap terug naar 6 meter en kunnen we de bodem zien. Zo helder. Aan de rechterkant liggen een paar kleine eilandjes met palmbomen en is het water belachelijk helder blauw! Wow! Mocht je ooit zelf naar San Andres zeilen, probeer dan rond het middaguur aan te lopen. Je weet niet wat je ziet!
En dan houdt het betonde kanaal op. Vlak voor de ankerplaats. We moeten nog een klein stukje overbruggen. Maar hoe? Her en der liggen vissersbootjes. Voor ons ligt er zelfs eentje vastgebonden aan een scheepswrak. Ben vraagt de weg aan een lokale visser. Hij wijst ons in de juiste richting. Als we toch niet helemaal goed gaan fluit de visserman en wijst nogmaals in de juiste richting. We varen voor het scheepswrak langs naar de ankerplek met een paar zeil- en motorboten. We manouvreren ons ertussen en laten op vijf meter het anker vallen. Vlak voor Nene’s marina. We kunnen de bodem nog steeds zien! Ahhh heerlijk, we liggen! Relaxe. Er staat een lekker windje. Gauw gooien we alle ramen open om de bedompte boot te luchten! Veel meer dan een beetje opruimen en bijkomen doen we niet. Pfff, de landlubbers zijn weer ingeslingerd voor het zeilseizoen!