Aan het einde van de baai in Ensenada de Punta Avispa ligt een steiger waar we onze dinghy kunnen neerleggen als we naar het strand Playa Uva naar de andere kant van het eiland lopen. Er staat wel een man met bonnenboekje klaar: 5 dollar per persoon?!! Dat meen je niet. Om over een pad te lopen? Het moet niet gekker worden. Het is een betonnen pad van ongeveer een meter breed, dwars door de bananen- en cacao plantages. Prachtig. Aan de andere kant komen we uit bij het strand Playa Uva. Het is ruig en er staat een flinke branding. De golven beuken op de kust. Boven het strand hangt nevel.
Voor ons loopt een Panamese familie. Ze zijn onderweg naar Kusapin. Een dorp dat je alleen kunt bereiken via de kustweg of over het water. Volgens zeggen ongeveer een half uurtje lopen… Daar hebben we wel oren naar en we volgen de familie. Nou is het pad zonder de familie ook makkelijk te vinden hoor. Het loopt gewoon langs kust over het strand, door een klein riviertje en soms onder de amandelbomen door. Onderweg passeren we een klein omheind dorp. We stappen naar binnen via een klein houten koebruggetje en denken dat we in Kusapin zijn. Qua tijd klopt het wel zo ongeveer. Maar nee, Kusapin is veel verder en groter volgens de familie Die we volgen. Een half uurtje wandelen blijkt toch gauw twee uur! We moeten nog een keer de heuvel op en kijken dan uit op het dorpje Kusapin. Qua omvang inderdaad een groot dorp. We vervolgen onze tocht naar beneden. De familie raken we kwijt.
In het dorpje komen we langs een balkonnetje waar de blauwe wolken van af komen. Er staat een vrouw achter een vuur van hout en het omhulsel van de kokosnoten. Ze is brood aan het bakken. Aan de andere kant van het huisje zit het bijbehorende winkeltje en we kopen een paar verse broodjes. Zowel onze neus- als smaakpapillen worden geprikkeld. Je ruikt en proeft het hout/kokosvuur. Heerlijk!
Midden in het dorp staat een grote school, met wifi en in het koepeltje met vrij apatische ‘hangjongeren’ proberen we wat te posten. Het gaat zeer moeizaam. En we moeten door! Het is zeker nog twee uur terug lopen naar de boot via de jungleroute. En willen we het nog een beetje kunnen vinden allemaal, dan hebben we op z’n minst licht nodig! Maar welke kant moete we op voor het junglepad naar Punta Alegre? We vragen het de lokale jongens in ons beste spaans… Ze kijken ons glazig aan… Dit ritueel herhaalt zich bij iedereen in het dorp waar we de weg aan vragen. Alsof ze zich afvragen “wat moet dat stelletje toeristen met witte shirtjes en teva’s in de jungle?” We vinden zelf het cementenpad terug aan de andere kant van het dorp. Maar al gauw komen we op een knooppunt… Het is niet duidelijk of we links- of rechtsaf moeten… Een paar vrouwen die staan te koken roepen dat we linksaf moeten. Ok en weer door…. Weer een knooppunt… Ook hier worden we door iemand geholpen. Had ik al verteld dat het pad inmiddels een zandpad is, nou beter gezegd een blubberpad van rode modder dat steil omhoog loopt… Tijdens de klim glibber en glij ik alle kanten op. Regelmatig sta ik naast mijn schoenen!
Als we een half uurtje lopen te zwoegen door de jungle komt een man uit het dorp Kusapin ons achterop lopen en geeft aan dat hij ons naar de andere kant brengt. Zeer aardig, maar hij geeft ook aan dat het nog zeker drie uur lopen is naar Punta Alegre. En het pad wordt niet beter. Het blijft een blubberpad dwars door de jungle, op en neer over de bergen!! Uhhhh… ok, ik houd van avontuur en mijn favoriete uitspraak van Loesje is “Ga je mee verdwalen, ik weet de weg”, maar dit wordt niet alleen een wedstrijdje tegen de tijd & invallende duisternis maar ook tegen ons zelf. Dit gaan we niet redden… We keren om! Godzijdank! En pakken het bekende pad van de heenweg terug. Dat loopt een stuk relaxter en mocht het donker worden, dan kunnen we makkelijk de weg terug vinden naar de dinghy.
Tijdens de afdaling worden we opgelopen door een familie met twee kinderen die net van hun kostgrondje komen. Op hun rug dragen ze allemaal een net met bananen, een fles water en een machete. Soepel lopen, nou ja springen is een betere omschrijving, ze naar beneden. De vader van het stel wijst nog even op onze schoenen. “Not good!” Ja, daar waren we zelf ook al achter. Jaloers kijk ik naar zijn laarzen die wel grip geven als hij zich zo soepel als een hinde de berg af naar beneden beweegt…. Eenmaal terug op het cementen pad in het dorp -Yeah!- neemt Ben het net met bananen over van het jongetje van een jaar 11. Het is loeizwaar, rond de 25 kilo. Ongelofelijk dat hij daarmee zo makkelijk die blubberige berg met het smalle pad af kan lopen Het is zo fijn om weer op het cementen pad te staan. Vanaf hier weten we de weg! We ruiken de stal en binnen twee uur zijn we terug bij de dinghy’s, ruim voor zonsondergang!
Al lezend moet ik aan een ander wandeltocht denken . . . .
Zeg tegen Ben: ‘het is niet zo erg als het lijkt’ 🙂 🙂 🙂
Groetjes, M & L
Die kan ik me ook nog goed herinneren 🙂