Dag twee zit er op. Nog 120 mijl te gaan. Korte versie: het gaat goed met de bemanning en de boot. We voelen ons fit. Er staat nauwelijks wind, de zee is kalm, het water wordt warmer en we motorzeilen met een gemiddelde van 5 knopen achter de Antares en de Wright Away aan gestaag naar de DR.
Langere versie. We hebben er weer 24 uur op zitten en komen steeds dichter bij de Amberkust van de Dominicaanse Republiek. Het is vrij relaxed aan boord, waardoor we muziek draaien, filmpjes kijken en lezen. Onder andere over de DR en wat ons daar te wachten staat. De zee is vlak. De vislijn hangt uit, maar ook die willen niet bijten. We vangen vooral veel wier. Menig maal speuren we de horizon af op zoek naar bultrugwalvissen, die hier rond deze maanden rondzwemmen met hun jong. Met name iets oostelijker voor de Semana baai. Het lijkt ons wel spannend, tot nu toe hebben we niet veel walvissen gezien op onze reis. Maar of we ze ook van heel dichtbij willen spotten? mmm… ik lees net dat ze wel 19 meter lang kunnen worden en hun jong met 45 kilo per dag groeit. Impressive. Kun je je voorstellen dat je bijna verdubbeld op 1 dag? Dat is een totaal andere versie van supersize me. Tot nu toe zien we op een verdwaalde vliegende vis en drijvende gloeilamp na, weinig leven op en in zee.
Ok nog een dag, we duiken de boeken weer in. Hasta manana. De dag van het grote inklaren. Altijd weer een spannend momentje. Oh ja nog een vraagje. Carnaval moet toch wel een groot feest zijn in de DR. Zou toch mooi zijn als we dat kunnen meemaken. Iemand een idee wanneer het Carnaval is in de Domincaanse Republiek?
Locatie op het moment van typen: 20.47.218 N / 071.49.126 W
Er wordt een weergat van vier dagen voorspeld en we zijn weer onderweg. We hebben ‘Chicken Harbour’ (de bijnaam komt door de vele Amerikanen die hier omdraaien retour USA), op Great Exuma woensdagochtend om 8 uur verlaten en zijn onderweg naar Luperon aan de noordkust van de Dominicaanse Republiek. Het land van de merengue, zanger Juan Luis Guerra (die van de liefdesbelletjes), vers fruit, koffie, sigaren (Davidoff), Presidente bier en vele soorten rum. Het water loopt ons al in de mond!
De tocht is totaal 360 mijl, dat betekent drie nachtjes door. De eerste 24 uur zitten er op. De boot en bemanning doen het goed en we hebben de Kreeftskeerkring gepasseerd, dus we zitten weer in de Tropen! Heerlijk. Helaas is dit wel een weergat met weinig wind en moeten we motorzeilen. Niet de droom van een zeiler. Maar het is beter dan te harde wind en vast liggen. Dus hup zeilen omhoog en gas er op om een gemiddelde van 5 knopen te lopen.
We benutten het weergat van 4 dagen om in een keer door te varen naar de Dominicaanse Republiek. We zijn een beetje klaar met de wekelijkse koufronten in de Bahama’s. Sorry, het is een beetje decadent. Maar als ‘vrije zeilers’ houden wij er niet van om vast te zitten op de boot… Elke week kwam er wel eentje vanuit Amerika overwaaien en dwong de harde wind ons een paar dagen aan boord te blijven. De overige dagen moesten we benutten om verder te varen. Vaak zonder wind. Weinig zeilen en no time to play! Het laatste koufront duurde zelfs tien dagen en gooide ons hele familiebezoek in de war.
Op dit moment varen we samen met de zeiljachten Antares (NL) en Wright Away (USA) langs het eiland Mayaguana en de verleiding om te stoppen is groot. Maar het weergat duurt zoals eerder gezegd maar 4 dagen en dan komt er volgens Chris Parker weer een ‘massive coldfront’ met westelijke winden aan. De zuidelijke eilanden van de Bahama’s bieden dan niet genoeg bescherming en de haven in Luperon wel. Het is zelfs een hurricane hole. Dus een prima plek voor qualitytime op het land! Hasta manana.
Locatie op het moment van typen: 22.12.800 N / 073.16.989 W
“Library closed” Het leven van een blogger gaat niet over rozen…
Sorry mensen, we maken de laatste tijd een rommeltje van onze website. Het internet is niet overal even goed, of we zijn te druk, of er gebeurd zo veel dat we het allemaal niet bij kunnen houden…. We proberen op het laatste moment nog ‘even’ snel onze avonturen in Amerika te posten … Weliswaar met terugwerkende kracht, dus jullie moeten soms terug scrollen om deze niet te missen. Niet handig, ik weet het, maar ik kom niet af van de neiging alles volgordelijk te houden…
Ondertussen maken we ons klaar voor de sprong naar de Bahama’s. Een nieuw avontuur. Of we daar internet hebben weten we niet zeker. Maar een ding is zeker. We zullen regelmatig wat proberen te posten met onze SSB (Single Side Band). Het is dan wel zonder foto’s, maar die volgen later.
Onze volgende stop is de eilandengroep Coco Banderos. De tocht er heen is nog geen 5 mijl. De afstanden die we de laatste tijd afleggen zijn kleiner dan de tochten op het IJsselmeer! Bizar. En zo relaxed. De kaarten van Bauhaus loodsen ons moeiteloos van de de eene ankerplek naar de andere. Omdat we tussen allerlei riffen en eilandjes door zeilen hebben we weinig last van golven. De Coco Banderos eilandjes worden ook beschermd door zo’n rif van wel 4 mijl breed. Hierdoor is het water op de ankerplek lekker rustig en zijn er prachtige snorkelgebieden op dinghy afstand. We laten ons anker vallen op ongeveer 8 meter diepte tussen de twee eilandjes Olosicuidup en Guariadup. En dan kijken we eens goed om ons heen. Wow. We liggen zo waar op de voorpagina van het Eric Bauhaus boek (4e editie)! Hoe bijzonder is dit? Op de foto’s zag het er al prachtig uit met al die kleine bounty eilandjes en het blauwe water, maar om er zelf te liggen is nog mooier.
Positie: 009.30.625N / 078.37.002W
Een superlocatie
We vinden dit toch wel de mooiste ankerplek ooit. Het is boven en onder water een plaatje. Overal waar we om ons heen kijken zien we kleine eilandjes met witte stranden en kokospalmen boordenvol kokosnoten. Het water is blauw en kristal helder. Er staat weinig wind, het is overdag 34 graden, er staat geen swell en we blijven perfect liggen tussen de twee eilandjes. Achter de boot zwemmen ’s morgens twee dolfijnen langzaam voorbij, de bodem ligt bezaaid met kleine Conches (een zeeslak, Caracoles noemen ze het hier) & rode zeesterren en als we snorkelen zien we onder de boot een gracieuze Spotted Eagle Ray voorbij zwemmen. ’s Avonds in de kuip horen we vanaf de eilanden de Maria Mulata zingen. En dat allemaal terwijl de zon langzaam onder gaat boven een van de onbewoonde palmbomen eilandjes. Krijgen jullie een beetje een beeld van onze locatie?
Backpackersboten
We liggen alleen op de ankerplek tussen de twee eilandjes. De andere 4 zeilboten liggen op de ankerplek iets verder naar het Westen bij het onbewoonde eilandje Dupwala. De tweede dag komen er wat boten bij, waaronder een aantal ‘backpackers boten’. Deze boten verzorgen een succesvolle one way verbinding voor backpackers tussen Colombia en Panama. Er is namelijk geen weg tussen Midden en Zuid-Amerika. De Darien Gap, een ondoordringbaar oerwoud, is hiervan de oorzaak. De Pan American Highway houdt gewoon 50 kilometer voor de grens op! Deze boten zitten vaak bommetje vol met backpackers, twintig opstappers is geen uitzondering. In Cartagena zagen we in een hostel een aankondigingbord hangen met daar op wel 20 namen van schepen die zich aan bieden. De kosten van deze trip liggen toch gauw tussen de 500 en 600 dollar (mind you enkele reis!). Inclusief eten & drinken (geen alcohol), voor ongeveer 5 dagen inclusief een stop op de San Blas. Lucratieve business. Zelfs de ‘oude bekende’ backpackersboot de Stahlratte (voor het eerst gezien in Cartagena de Indias) gaat hier voor anker en blijft twee dagen liggen. Alle backpackers springen meteen van boord en zwemmen naar het eiland. Het eerste wat ze doen is vol bewondering een handvol wit poederzand door hun vingers laten glijden… Prachtig om te zien. In de avond maken ze een kampvuur en eten ze met zijn allen op het strand. Als schipper kun je het in deze omgeving toch niet fout doen?!
Er zijn hier heel wat eilandjes te ontdekken. We blijven een paar dagen liggen en we snorkelen wat af… Onze watervoorraad slinkt…
Potjandosie. We zijn zo druk met zeilen, zwemmen, snorkelen, eilandjes verkennen, kokosnoten eten, visjes bewonderen etc., dat we helemaal vergeten een logboek bij te houden, laat staan schrijven op het blog. We lopen hopeloos achter. Sorry daarvoor. Maar het is ook zo mooi hier… we vrezen dat jullie het voor nu even moeten doen met een paar highlights van de eilandengroepen die we na Nargana bezoeken. De eerste eilandengroep waar we heen zeilen is Green Island, een tocht van wel 5 mijl! We zeilen om een aantal kleine eilandjes en het rif dat er voor ligt heen en lopen de drukke ankerplaats binnen. We naderen duidelijk de populairdere bestemmingen van de San Blas! We varen helemaal naar voren en ankeren pal voor Green Island , een eilandje met palmbomen, wit poederzand en helder blauw water. De waterkant is bezaaid met vuurrode zeesterren. Op het eilandje staat een hutje. Het wordt semi bewoond. Er komt af en toe een familie vissen of kokosnoten verzamelen. Overal om ons heen liggen onbewoonde eilandjes. Aan de oceaankant van het eiland ligt een groot rif, die lekker de golven voor ons tegen houdt.
Positie: 9.28.851N / 078.38.042W
Kiten We liggen ook voor een klein wit strandje met ondiep water! Het water is super helder en er is alleen maar zand, geen schelpen & koraal waar we met onze blote voeten in kunnen stappen. Een super locatie om het kiten weer op te pakken! We dinghy’en naar het strand. Daar pakken we onze gloednieuwe kite uit, blazen de tubes op en bevestigen de lijnen. Daarna lopen we tot kniediepte met de kite het water in. Ready to launch! Hoe was het ook alweer…? We beginnen bij les 1: het oplaten, sturen en laten neerkomen van de kite. Best wel weer even wennen. Na een uurtje kiten lukt het ons beiden, maar de wind kakt helemaal in en we krijgen de kite de lucht niet meer in. Dus de kite gaat terug in de dinghy en wij eindigen de kiteles met een frisse duik en prachtig uitzicht op onze ankerplek. Zo kiten onder de zon eist wel zijn tol… we zijn door het vele omhoog kijken enorm verbrand in ons gezicht…. Volgende keer een petje op en flink smeren!
Verpleegster haai We kunnen hier ook geweldig snorkelen! Aan de westkant van het eiland zit een superplek, bij het rif. De eerste onderwater gast die we daar onverwachts tegen het lijf zwemmen is een verpleegsterhaai die groter is dan ik! Yikes. Is dat even schrikken. Iedereen kan wel zeggen dat ze ongevaarlijk zijn, maar we blijven toch liever op gepaste afstand. Gelukkig zwemt hij/zij snel bij ons weg.
Dure lobster les Terwijl Ben de boot aan de onderkant schoonmaakt komt er een ulu langszij met lobsters. De grootste kunnen we voor 6 dollar kopen. Deze is echt huge en het water loopt in onze mond! We gaan over stag en gebruiken onze inmiddels steeds schaarser wordende dollars voor het kopen van de lobster. De man pakt de dollars gretig aan en zet de lobster in onze dinghy, daarna peddelt hij weg. Hellup, hoe bereid je zoiets? Ben gaat direct met de dinghy/lobster naar John en Lucy van de Maraki, zij hebben dit vaker gedaan en willen ons wel helpen met het beetpakken en koken van deze lobster. Daarnaast beschikken ze over een grote soeppan, deze lobster past nl. echt niet in ons soeppannetje van 1,5 liter!! Ik zet de pan met 3 liter water op. Als deze bijna kookt arriveren John & Lucy voor onze les “How to boil a lobster”. John laat ons zien hoe we het beest zonder ons te beschadigen kunnen oppakken. Terwijl hij er mee aan boord stapt, zien we iets oranjes onder de staart… Het zijn eitjes! Het beest is dus een ZIJ en zit barstens vol met eitjes! Sjips, daar gaat de nieuwe generatie lobsters. Daar willen we niet aan mee werken. De lobster is ondertussen behoorlijk actief en klappert met haar staart. Ze vecht voor haar leven. We besluiten haar terug te gooien. Een dure les, maar wel een daad waar wij ons bijzonder goed bij voelen. Later horen we ook nog dat het geen lobster seizoen is! Vanaf 1 maart t/m juni mag je geen lobster vangen/eten. Zijn wij als onwetende toeristen toch mooi even beetgenomen door deze Guna man die geheel tegen de Guna Yala gewoonte in duidelijk meer geeft om dollars dan zijn leefomgeving! Bummer.
De gasfles is leeg Slik, met het koken van die enorme pan met water voor de lobster hebben we ook onze laatste gas verspeeld. Dit is de fles die we met veel pijn en moeite hebben laten vullen in Cartagena. Meestal doen we 2 tot 3 maanden met een fles. Maar we hebben om de dag wel brood gebakken… dus we zijn sneller door het gas heen dan we hadden verwacht. Oops, en nu? In ieder geval de oude fles er weer op. Deze was bij het omwisselen in Cartagena nog niet helemaal leeg. Daarnaast maatregelen. De oven is vanaf nu verboden terrein. We bakken geen brood meer. We eten havermoutpap met ontbijt! We kunnen water koken op elektriciteit (met de omvormer, zon genoeg!) en het water aanvullen met scheppen poedermelk. Proef je in de pap niets van. En water voor rijst, pasta, etc. wordt ook eerst met de waterkoker gekookt. Zo hebben we alleen maar een beetje gas nodig om het de groenten te roerbakken. We zijn benieuwd hoe lang deze gasfles nog mee gaat. Als de fles leeg is, betekent het einde San Blas. Dan moeten we terug naar de bewoonde wereld, want we hebben tot nu toe geen plek gevonden waar we gas kunnen bijvullen of een nieuwe fles kunnen kopen. Onze basis voorzieningen (drinkwater, gas & eten) slinken met de dag….
Zoetwaterbron Laten ze hier nou wel een kleine zoetwaterbron op het eiland hebben! Het is ongelofelijk. Zo’n klein eilandje, midden op zee. Met alleen maar kokospalmen en dan is er toch nog een bron. We maken er dankbaar gebruik van en vullen weer een plastic fles van 5 liter die net leeg is! Alle beetjes helpen.
Mooie ontmoetingen Als we aan het dinghy’en zijn, zien we op een van de kleine eilandjes achter ons twee kleine motorbootjes, een grote groep backpackers en hangmatten tussen de schaarse palmbomen op het piepkleine eilandje. Een van de backpackers die we daar ontmoeten is Superjab, alias Angelo een leuke knul uit Italië. Hij zit op een van die kleine motorbootjes met 15 andere backpackers, ze komen uit Carti en zijn onderweg naar Capurgana. Onderweg slapen ze op een paar kleine Guna Yala eilandjes. Angelo weet al 10 jaar reizen & werken in goede harmonie met elkaar te combineren en reist deze keer in een half jaar van Mexico naar Argentinië. Hij heeft alleen geen controle over de route er tussen. Dat beslissen de lezers van zijn website & Facebook pagina. Hij schrijft het adres van zijn website in het zand en ik maak een foto, zodat we het niet vergeten. Als je wilt kun je zijn avonturen volgen en zelfs meestemmen over zijn volgende route op Facebook Superjab of via zijn website www.superjab.com Wat een gave manier van reizen! Best spannend ook. Je weet van te voren niet waar je heen gaat. Kunt dus ook niet veel voorbereiden. En het vergt natuurlijk wel flexibiliteit. Zou dit met een zeilreis ook werken? Best lastig denk ik. We gaan te langzaam en zijn afhankelijk van het weer, de wind en stroming. Daarnaast moeten we ook rekening houden met het hurricane seizoen. Maar als jullie nou mochten kiezen, waar zou onze volgende bestemming dan heen gaan?
Nargana /Diablo rivier – Het zoete water roept! De eilandengroepen waar we hierna heen gaan, liggen meer naar buiten, verder van het vaste land. Het zijn voornamelijk onbewoonde eilandjes, met prachtige snorkelplekken! Dus we gaan veel meer zwemmen en dat betekent ook meer douchen, lees meer (drink)water gebruiken! Op deze eilandjes is geen zoet water te verkrijgen. Sterker nog, op kokosnoten na is er helemaal niets! Dus alles wat we nu nog kunnen verzamelen is mooi meegenomen en rekt ons verblijf in de San Blas. We besluiten nog een keer de Rio Diablo op te gaan. Deze keer varen we feilloos door de branding en laveren tussen de bomen & takken door naar binnen, geen golf van achteren meer die ons weet te verrassen (drie maal is scheepsrecht). Vervolgens varen we – al pompend met de hand, want de dinghy loopt steeds sneller leeg- de rivier op, tot de dinghy niet meer verder kan. We trekken haar op de rechteroever bij een mooi strandje.
Terwijl Ben – net als de lokalen op de achtergrond- alle waterflessen (90 liter) vult, was ik de bootkussens. Als deze klussen geklaard zijn knip ik Ben’s haar, midden in de rivier, terwijl de vissen aan zijn tenen knabbelen.
Kennen jullie een mooiere locatie voor een knipbeurt? Als alles klaar is duiken we nog een keer in het grote zoet waterbad. Schoon en opgefrist dinghy’en we retour boot. Wat is zoetwater toch lekker.
Drinkwater We raken behoorlijk ingeburgerd! Maar we zijn nog niet helemaal om. Willen we volledig inburgeren, dan moeten we het water uit de rivier ook drinken. Dat is voor nu nog een brug te ver. In Sapzurro hebben we alle plastic waterflessen met drinkwater vol gegooid. Deze hebben we nu voor we de rivier opgingen in onze watertanks gegooid. Dit is goed voor totaal 200 liter drinkwater. Hiermee moeten we het nog een paar weken uithouden in de San Blas. Zeker nu we het zoete water uit de Diablo rivier gebruiken voor onze douche-, was- en afwasbeurten. Dat scheelt toch gauw 5 liter drinkwater per dag. Tja, je moet wat als je geen watermaker hebt! We worden steeds inventiever. En als het echt niet meer anders kan hebben we nog zuiveringspilletjes die we in het drinkwater kunnen gooien.
Boodschappen met Molly Op het eiland doen we de laatste boodschappen. Deze keer niet in de winkel, maar bij Molly, de politieman in het dorp. We zijn hem al een aantal keren tegen gekomen terwijl hij door het dorp stapt met aardappelen, wortels en witte kool in een krat, vers van zijn kostgrondje. De tienda’s zijn volgens hem muy caro (duur)! Hij verkoopt gewoon alles voor 1 dollar. Lekker simpel, daar houden wij wel van! En als hij het zelf niet heeft weet hij wel een ander adresje op het eiland. We volgen Molly over de nauwe zandpadjes tussen de rieten huisjes en komen op plaatsen waar we nog niet eerder geweest zijn. Zo woont in een van de steegjes familie van Molly. Hij klopt aan. Hebben jullie nog bananen? Jawel, ze hebben nog een tros rode banen. Deze zijn muy dulce. We krijgen er ook nog twee pina’s bij. Daarna neemt hij ons mee naar de bakker. Deze zit aan de andere kant van het dorp, ook weer in een rieten hutje. Aan de buitenkant lijkt het een woonhuis. Dit hadden we zelf niet gauw gevonden. We stappen het rieten hutje binnen. Alles wordt verlicht door de enorme flatscreen waar vader & moeder naar kijken. Ze kijken op en zeggen ons vriendelijk gedag. In het kleine kamertje er naast bakt zoonlief in de oven van een groot gasfornuis de broodjes. Hij haalt ze net uit de oven. We nemen 10 kleine witte puntjes en een stokbrood, ze geuren heerlijk en zijn nog warm als we onze tanden er in zetten. Het stokbrood haalt de boot niet! Onze voorraden zijn weer op peil. We kunnen voorlopig nog even rondvaren in de San Blas.
Maandag wasdag. Sommige tradities houden stand. Alleen de setting van deze wasdag is wel heel bijzonder. We gaan net als de locals wassen in de zoete Diablo Rivier! Met twee overvolle Ikea tassen met vuile was, een regenton, waspoeder, shampoo en twee flessen die we kunnen vullen, tuffen we met onze eigen dinghy de rivier op. We volgen de Sylfer.
Riviermonding
De monding is net als twee dagen geleden weer spannend. We pruttelen op de laagste snelheid langs alle uitstekende takken. Bij de ondiepte krijgen we twee enorme golven achter in de dinghy. We zijn kletsnat! Gelukkig moeten we nog wassen en maakt het nu niet zoveel uit.
Eenmaal op de rivier vergapen we ons wederom aan alle mooie vergezichten. De vele ulu’s met grote blauwe plastic tonnen, waterflessen en bergen was bevestigen dat dit wat we nu aan het doen zijn heel normaal is! Ondertussen lopen de tubes van onze dinghy langzaam leeg en moeten we er met de hand wat lucht in pompen. Gelukkig maar een keertje. Na een half uurtje varen vinden we een mooi strandje bij ondiep water en kunnen we de was doen.
Ben plonst meteen te water. Ik pak de eerste vuile was en ga met regenton en al in het verkoelende water zitten! De visjes en donderkopjes zwemmen om me heen! Het moet niet gekker worden. Zijn we nu iets te veel aan het inburgeren? Of kan het jullie lezers ook niet gek genoeg? Eenmaal schoongeboend gooi ik de was naar Ben, die iets dieper in de rivier staat. Daar spoelt hij alles uit. Perfecte samenwerking. Naast ons strijkt een hele familie met ulu neer. Ook zij gaan wassen, maar ze maken er tevens een dagje uit met de kinderen van. De kinderen liggen meteen lekker naast de ulu te spartelen. Na het zwem- en speeluurtje worden ze ingesopt & schoongemaakt en krijgen ze na afloop een ijsje. Moeders zit ondertussen achter de wastobbe op de kant.
Een begrafenis
Terwijl we de derde ton met was weg werken, varen er een tweetal boten met een grote groep mensen richting onze wasplaats. Ze stoppen bij de ondiepte. De mensen stappen uit en lopen verder over het strand achter ons. Ze zijn allemaal heel vrolijk, hebben eten, drinken, stoelen en tafels bij zich. Het lijkt wel of ze onderweg zijn naar een picknick. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn. Ze gaan naar de begraafplaats in de jungle. Is het dan een herdenking? Een naderende grote zwarte boot maakt een einde aan al onze vragen. Het is een begrafenis. Moeders ligt in de boot en wordt door een aantal mannen links en rechts naar haar laatste rustplaats gebracht. Ondertussen soppen wij door….
Als de vierde en laatste was klaar is nemen we zelf een duik in de rivier. Het is heerlijk! Verfrissend en super helder. We wassen ons haar en de kleren die we aan hebben voor we retour boot gaan. De terugtocht is prachtig. Bij de monding krijgen we weer water binnen, maar de tassen houden de was gelukkig zoutvrij. De hele Blabberboot hangt inmiddels vol met drogende was! Althans dat laatste hopen we, want we krijgen deze middag het ene kleine buitje na het andere!
In het dorp doen we nog wat inkopen. We hebben dringend behoefte aan meer verse groente & fruit en kopen naast brood, avocado’s, ananassen, tomaten, wortels, watermeloen, uien, tomaten en mango’s. Er is hier inderdaad van alles te krijgen. We nemen tevens een kijkje op het andere eilandje Corazon de Jesus (Akuanusatupu), aan de andere kant van de brug die de twee eilanden met elkaar verbind. Hier hebben ze zelfs een gevangenis en een rechtbank! De enige in Guna Yala. Terwijl we bij iemand naar binnen kijken zien we een grote muurschildering. Het is door de man des huizes gemaakt. Op de muurschildering, die de hele muur beslaat, staan zijn overleden vader en nog levende moeder. Hij is er een maand mee bezig geweest. Ze zijn heel open en ik mag zelfs een foto maken. Ondertussen kijk ik snel de kamer rond. Zo vaak krijg ik niet de kans om naar binnen te kijken… In de kamer staat niet veel meer dan een paar meubels, een grote stereotoren en een hangmat.
Tranquillo, tranquillo!!
Ben verdwijnt onder de Guna Yala kinderen
Terug in Nargana halen we nog even de laatste boodschappen en berichten op via de wifi op school. Voor de school ligt een groot speelplein en wemelt het van de spelende kinderen. Zij zijn heel open en nieuwsgierig en willen graag zien wat Ben allemaal uitspookt op zijn mobiel. Ben pakt er een spelletje bij en de kring om hem heen wordt groter en groter. Ze hangen zelfs over hem heen en ik kan hem niet meer zien. Alleen maar horen… “tranquillo, tranquillo”. Het is een prachtig gezicht!
5 april 2015 – Het is de laatste dagen grijs en grauw. Weinig blauwe lucht te bekennen. Nederlands weer met een tropisch temperatuurtje. Elke ochtend vallen er wel vier regendruppels, net niet genoeg om (drink)water op te vangen, dus we overwegen om net als de locals water uit de rivier te halen. Maar vandaag niet. Eigenlijk kennen we naast het hurricane seizoen geen andere seizoenen meer, maar we hebben vandaag last van ouderwetse lentekriebels. GROTE schoonmaak aan boord van Blabber. Alle kussens gaan naar buiten om te luchten. De bedden worden afgehaald en we soppen de hele boot lekker schoon. De geur van allesreiniger dringt onze neusgaten binnen. Alles ruikt weer heerlijk fris, inclusief ons verschoonde bed!
Daarna kruip ik achter de naaimachine. Shame, shame, shamne… wij hebben de Panamese gastenvlag nog niet klaar en ons want is leeg. Dat kan eigenlijk niet! In de vlag van Panama zitten de kleuren rood, wit en blauw, dus ik gebruik als stof deze keer onze oude Nederlandse vlag , die we een paar weken geleden vervangen hebben voor een nieuwe. Komt dat even mooi uit. Ik kom alleen niet veel verder dan het knippen en in elkaar zetten van de vlakken, want we krijgen bezoek en ik staak deze eerste naaipoging. Morgen verder!
Bij Nargana / Corazon de Jesus ligt op het vaste land de zoet water rivier Rio Diablo. Samen met de Sylfer en Maraki gaan we met de dinghy over de rivier naar het beginpunt van de waterleiding. Daar kunnen we een wandeling recht de jungle in maken richting een klein meer en de waterval. Maar eerst moeten we naar het beginpunt, de duivelse monding van de rivier. Niet moeilijk te vinden door alle gestrande bomen & takken die boven het water uitsteken. Het water is ondiep en er staat een branding. Hier moeten we met de dinghy’s om- en doorheen manoeuvreren. De buitenboordmotor gaat omhoog om de grond niet te raken. Terwijl we hiermee bezig zijn komt er een golf recht van achteren de boot binnen zetten en is mijn kont nat! De buitenboord motor van de Maraki krijgt de golf ook over zich heen en protesteert. We moeten op de rivier een paar keer flink gas geven om hem op toeren te houden.
Eenmaal langs de monding belanden we op de smalle rivier. Het water is spiegelglad. We zien zo veel tinten groen. Het is prachtig. Links en rechts staat het vol met palm- mango- en andere bomen. Langs de kant liggen ulu’s van mensen die aan het werk zijn op de kostgrondjes en we passeren andere ulu’s die water halen of gaan wassen. Tussen het groen door zien we begraafplaatsen. Over ons heen vliegen papagaaien, ibissen, aan de waterkant zit een kingfisher en nog veel meer gevogelte dat we (nog) niet kennen. Over het water loopt een lizard, die ze om die reden Jesus lizard noemen! Er schijnen hier ook krokodillen en slangen te zitten, maar deze laten zich gelukkig niet zien!
Follow the ants
We varen ongeveer een half uur over de slingerende rivier. Het wordt steeds ondieper. We passeren een man die zijn ulu lopend door de rivier voortrekt. We naderen nu echt het einde. De motor gaat uit en we peddelen nog wat verder tot we niet meer verder kunnen. We stappen uit en trekken de dinghy’s op een kiezelstrand aan de rechteroever. Op de linker oever ontdekken we zowaar de waterleiding. We zitten goed! (Voor andere zeilers, dit is wel in april, als er weinig regen valt! De rivier zal in het regenseizoen veel hoger staan). Deze leiding moeten we volgen om richting de waterval te lopen.
Maar je kunt het ook een mieren highway noemen! Het stikt op de waterleiding van de grote en kleine mieren die dezelfde route volgen als wij. Er staat geen wind. Het is vochtig en warm. Er zitten druppels op bloemen en bladeren. Muggen zoemen en kriebelen om ons heen. We horen vele vogelgeluiden. Kevers zitten verstopt onder bladeren. We zien verschillende vogels, spinnen, paddenstoelen, vruchten, bloemen en bomen. Het is een prachtige wandeltocht met een paar kleine uitdagingen, zoals smalle boomstammetjes over lager gelegen kreekjes, gladde paden en een bruggetje met de waterleiding als houvast.
Na ongeveer een uur wandelen, houden we het voor gezien. De paden worden smaller, zijn steeds dichter begroeid en de uitdagingen worden groter. Het was niet onze bedoeling om door te lopen naar de waterval. Deze is toch grotendeels opgedroogd, omdat er haast geen water valt.
Terug bij de rivier plonsen we met de kleding en wandelschoenen nog aan in het verfrissende water. Zooooo lekker!!! Zo’n groot zoet water bad hebben we nog niet eerder gehad. Hemels. Een kadootje na een zweterige wandeltocht!
Het Dutchies at Sea netje (8104 op Zondag en Woensdag om 24.00 UTC) is helder vanavond en we kunnen de Nederlandse zeilers uit Cuba, Amerika, Bahama’s, Sint Maarten, Bonaire, Suriname en zelfs vanaf de Pacific goed ontvangen! Bijzonder om iedereen uit alle uithoeken te horen.
Oops, ik heb vergeten mijn dagboek bij te werken en mis de details van gisteren. We doen elke dag zo veel verschillende indrukken op dat het bijna niet te onthouden is. De indrukken van gisteren, worden in razend tempo vervangen door de nieuwe van vandaag…
Maar ik kan wel vertellen dat we gisteren weer anker op zijn gegaan richting Isla Tigre. Aridup is een prachtig onbewoond eilandje, vol met palmbomen en je kunt er mooi snorkelen. Maar het is bewolkt, waardoor we minder onder water zien. Daarnaast lagen we ’s nachts behoorlijk te schommelen op de swell, dus de beslissing om verder te gaan is snel genomen. We zeilen via de waypoints van Bauhaus.
Het is een geweldige mooie zeiltocht. We lopen het eiland Isla Tigre aan vanaf de oostkant en varen tussen een rif en het eiland door naar de smalle ankerplaats. Pal voor het eiland laten we ons anker vallen. We hebben nog niet eerder zo dichtbij een dorpje gelegen en kijken uit op de rieten hutjes en poepdozen boven het water! Isla Tigre is een smal lang eiland, we horen zelfs de branding van de noordkant van het eiland.
Ankerpositie Isla Tigre: 09.25.925N / 078.31.413W
Ontvangstcomité
De volgende dag om 10 uur pruttelen we naar de kant. We leggen de dinghy’s op het strand voor onze boten.
Mola’s??
Zodra we worden gespot zijn de Guna dames ineens heel druk met het uitstallen van alle mola’s. Elk rieten hutje hangt er vol mee. Kindertjes rennen achter ons aan met de zelfgemaakte mola’s van hun moeder. We kunnen geen huisje passeren zonder naar mola’s te moeten kijken. Het is te veel. Dit is de eerste keer dat we dit meemaken. We zien zelfs de eerste mola met een sneeuwpop! Kun je je dat voorstellen. Een sneeuwpop! Bizar, ze kennen hier niet eens sneeuw! We lopen terug langs de noordkant en een oude verwaarloosde airstrip. Deze wordt duidelijk niet meer gebruikt.
Varkens aan de waterkant
Op het strand aan de noordkant staan ontzettend veel zelfgebouwde houten hokjes met varkens. Het zijn er zo veel, je zou het bijna een boerderij aan zee kunnen noemen. Deze varkens hebben gelukkig iets meer bewegingsruimte, dan degene in een hokje op poten. Zou de zeelucht ze ook goed doen?
We hebben gesnorkeld
Niet dat het erg spectaculair was, maar het was heerlijk om weer eens lekker te zwemmen in helder water. Aan de westkant van het eiland ligt een wit boeitje waar we de dinghy aan leggen. Daar gaan we te water en snorkelen langs het rif. Ik heb een paar kleine visjes, koraal, een lobster en heel veel turtlegrass gezien, maar geen enkele schildpad! Eenmaal terug op de boot gaan we anker op, op weg naar Nargana (Yandup) en Corazon de Jesus (Akuanusatupu), twee Guna Yala eilanden die met een brug zijn verbonden. Onze (verse)voedselvoorraden zijn nagenoeg op en dit is een van de weinige plaatsen waar we naast ingeblikt voedsel ook verse groente kunnen inslaan. Daarnaast kunnen we hier (drink)water bunkeren. Komend weekend is het Pasen. Alles gaat dan een a twee dagen dicht, dus als we wat willen kopen, moeten we nu weg.
Via een smalle doorgang en ondieptes links & rechts verlaten we de ankerplek bij Isla Tigre. Al gauw gaat het voorzeil op en de motor uit. We zeilen alweer! Heerlijk.
De tocht is ongeveer 15 mijl. We lopen lekker. Het eerste stukje is scherp aan de wind. Daarna kunnen we afvallen en lopen we relaxed richting Nargana, op vrijwel vlak water langs de mooie dag-ankerplaats op de Farewell eilanden en allerlei andere kleine onbewoonde eilandjes. Het is zo bijzonder. Overal waar we kijken zien we kleine eilandjes, met soms maar een, twee of drie palmbomen en brekers links & rechts. Het water is vergelijkbaar met het IJsselmeer. Natuurlijk moeten we wel de ondieptes in de gaten houden, maar daar hebben we de Bauhaus waypoints en eyeball navigation voor. Een prima combi! Rond 14.00 uur lopen we vanaf de oostkant de ruime ankerplaats onder het eiland Nargana Yandup binnen. We varen voorbij de waterleiding die vanaf het vaste land naar het eiland loopt. Deze is helaas net stuk gegaan door een mislukte ankerpoging van een boot. We laten ons anker vallen tussen de Rafiki en de Cornelis. De dinghy gaat meteen overboord en we gaan samen met de andere boten naar de kant om inkopen te doen. Ik heb de AH boodschappentas bij me!
Carlos Inaediguine Robinson
De groente vind ons!
We leggen de dinghy aan een steiger bij een soort restaurantje. De mensen op straat zijn zeer vriendelijk, zeggen gedag en heten ons welkom op Nargana! De traditionele kleding is vervangen door westerse kleding. Ze hebben hier alle traditionele Guna Yala tradities over boord gegooid en de Westerse wereld omarmd. De Sahila heeft hier niet zo veel macht, de dag wordt doorgenomen voor de TV en ze drinken bier en rum! Als we op straat richting de winkel lopen komen we een man tegen met een krat. In het krat zitten aardappelen, witte kool en wortelen. Handig, en alles voor 1 dollar. Dat valt nog mee zeg. We kopen van elk wat en lopen verder naar de winkel. Daar kopen we nog verse tomaten, mango’s, uien, knoflook en bananen. We kunnen er voorlopig weer even tegen.
Als we teruglopen naar de boot passeren we een bank (nu gesloten) en een school (met een verdieping) en een open wifi netwerk! Het signaal is vergelijkbaar met de school op Sasardi/Mulatupu. Maar we zijn er heel blij mee. We halen het weer, what’s app berichtjes en de krant binnen. Wat een luxe! Daarnaast kopen we op het plein een Digicel kaart, zodat we na dit eiland ook nog internet hebben (als alles werkt en er een telefoonpaal in de buurt staat, want die zien we lang niet altijd!). Terug op de boot maak ik van de bouillon die ik gisteren van de visgraat heb gemaakt, samen met de gekochte verse groente, aardappelen, rijst en kruiden, een heerlijke maaltijdsoep.
*Special thanks to the Maraki for the grrrreat sailing pics!