Boodschappen doen in Cuba is een tijdverslindende bezigheid. In Nederland ga je met je boodschappenlijstje naar de luxe alles-in-een-supermarkt en laad je je kar vol voor een week. In Cuba zijn spullen schaars, de winkeltjes klein en het aanbod per winkel verschilt per dag. Wat ze vandaag hebben, kan morgen anders zijn. Dus buiten dat we elke winkel langs lopen om te zien wat het aanbod is, moeten we het ook meteen kopen. Treuzelen heeft geen zin. Kopen we het niet, dan kan het zo maar eens voorkomen dat het er de volgende keer als we het echt nodig hebben niet is… Zo sprokkelen we dagelijks onze boodschappen bij elkaar. Tijd hebben we genoeg. Het is lekker vers. En het aanbod bepaald wat we eten. Wel lekker simpel toch?!
De achterafstraatjes
In rap tempo leren we dat we vooral in de achterafstraatjes moeten zijn. En het verbaasd ons elke keer weer wat we daar allemaal aan eten kunnen kopen. Als we richting stad lopen, werpen we bij elk winkeltje dat we passeren een snelle blik naar binnen. Het aanbod in de meeste winkels is klein en binnen een seconde zien we of we er gaan slagen. Als ze bijvoorbeeld eieren in de aanbieding hebben, staat meteen de hele toonbank vol! Je kunt er niet om heen. Ook helpt het om naar de lokale bevolking te kijken. Zij weten heel goed wat waar te koop is. De eene dag zien we ze sjouwen met dozen vol eieren, de andere dag met aardappels omdat er een vrachtwagen vol met aardappels op de hoek van de straat staat. Maar voor bevroren kippenpoten moeten we bijvoorbeeld weer bij het tankstation zijn. Tja, een vreemde plek voor eten, maar hun aanbod is groot.
Daarnaast leren we open te staan voor het moment en goed om ons heen te kijken. Terwijl we naar het centrum lopen passeert een man ons met een paar strengen uien en knoflook om zijn nek. Op de hoek van de straat staat een fruitstalletje met een enorme diversiteit aan groente en fruit. Het water loopt in ons mond bij het zien van zoveel pina’s, papaya’s, guave’s, tomaten en nog veel meer. Alles is uitgestald op o.a. kappen van oude ventilatoren (prachtig hergebruik!) en het ziet er fantastisch uit. Achter ons horen we “Pan suave”. Een broodverkoper loopt voorbij met een grote ton. Daaruit tovert hij een lang zacht wit brood te voorschijn. De Cubanen doen hier zelf ook hun boodschappen. Dus we betalen hier voornamelijk met de lokale pesos.
Andere keren kopen we ons eten in de stad. We belanden per ongeluk in een klein werkplaatsje waar Galleta’s worden gemaakt. Een soort lokale cracker, c.q. snack. Ze komen net uit de oven. Verder heb je ook fruitstalletjes en de Agro, een lokale boerenmarkt met groente en fruit, (ongekoeld)vlees en zelfs bloemen! Bij bloemen denk ik vooral aan een luxeproduct, maar hier zien we voor het eerst sinds lange tijd weer op straat, voor iedereen! De boeren mogen hun spullen op de markt verkopen, omdat ze hun bijdrage aan de staat hebben geleverd. De spullen die ze over hebben mogen ze op de lokale markt verkopen. Alles wordt afgewogen op een oude ijzeren weegschaal, die in het midden van de markt staat. Ze kunnen ons niet afzetten, want als we het niet vertrouwen kunnen we naar ‘hoofd markt’. Hij weegt het dan nog een keer. Blijkt het niet te kloppen, dan krijgt de boer een berisping en na drie keer mag hij hier niets meer verkopen.
Verpakkingsmiddelen zijn schaars
” Tu queres?” zegt de man in de Panaderia (bakkerij) als we naar binnen gluren om te zien hoe de mannen broodjes bakken. Nou graag. Doe maar 10 witte bolletjes. Bruin brood kennen ze hier niet. We geven hem 20 lokale pesos. Hij overhandigt Ben een berg broodjes. Terwijl Ben jongleert met de broodjes, ga ik op zoek naar een plastic zakje… Ondertussen komt de man terug. Hij kan niet wisselen of meer broodjes ook een optie is? Ehhhhh…. ja doe maar. De berg op Ben’s handen wordt groter en groter. Ondertussen heb ik nog steeds niets gevonden. Sjips, vergeten. Onhandig kijken we de mannen aan. Eentje begrijpt het probleem en pakt een plastic tasje voor ons. Gratis, terwijl je er normaal voor moet betalen. Verpakkingsmiddelen zijn schaars in Cuba. Vanaf nu zitten meerdere plastic zakjes standaard in onze uitrusting, naast de eierdoos en een grote boodschappentas. We weten tenslotte nooit wat we onderweg tegen komen.
Batido’s en peso pizza’s
Voor de luch eten we ook graag op straat. Bij een pleintje ontdekken we heel veel kleine huiskamerwinkeltjes waaruit men pan-pizzatjes, broodjes, hamburgers, koffie, frisdrank en batido’s verkoopt. Ingrid is onze favoriet voor de laatste. Zij verkoopt een soort milkshake van guave. Het glas dat we krijgen is gemaakt van een oude rum fles. Ze hebben er gewoon de bovenkant van afgesneden en de scherpe kantjes af geschuurd. Weer een mooi voorbeeld van hergebruik. Door schaarste wordt men duidelijk inventiever en is er weinig afval!
Schaars
Ok, boodschappen en verpakkingsmiddelen zijn schaars. Voor glazen hergebruikt men oude rumflessen. En voor groentemandjes oude ventilatorenkappen. Maar wat doen we als iets op is? Regelmatig lopen we er tegen aan. Als we bijvoorbeeld koffie bestellen, geeft de ober aan dat het niet kan. De suiker is op! “Maar dan kunnen we toch nog steeds koffie drinken?”, vragen we de ober verbaasd? Nee dus, in Cuba gebruikt iedereen suiker in de koffie. Dat wij dat niet doen, maakt niets uit. Er is geen koffie. In onze favoriete bar aan het water kunnen we geen Mojito’s bestellen, want de munt is op. En als we in het restaurant bij de marina rond etenstijd besluiten iets te eten, blijkt de keuken gesloten. Het was druk die dag, de voorraden zijn op en de keuken is onverwachts vroeger dicht. Nou doe dan maar een tapbierje? Ehhh, het vat is leeg! “Ok, een flesje Crystal is ook goed”. Deze blijkt ook op. “Wat heb je wel?” Buccaneer, maar dat is de laatste…. Hier kunnen we niets tegen doen. Het is de charme van het land. We bestellen gewoon iets anders.
Ook wij worden inventief, vinden onze plekjes en genieten daardoor meer van de spullen die er wel zijn!
Jullie Cuba verhalen zijn heel herkenbaar.
Leuk om via jullie verhalen/foto’s alles opnieuw te beleven.
Trouwens . . . . In Nederland krijg je tegenwordig ook geen plastic tassen meer.
Altijd zelf een tas meenemen – zelfs wanneer je kleren koopt!
Grz. L&M