De laatste klussen voor we naar een ander land zeilen

Uitklaren op Martinique

Uitklaren op Martinique

Le Marin – Voor we verder zuidelijk gaan, moeten er nog een paar laatste dingen gebeuren en dat kan in de marina, waar alles wat wij willen doen lekker dicht bij elkaar zit. Maar eerst smeert Ben nog wat vet in de nippels van de buitenboord motor, zodat deze ons weer als de gesmeerde bliksem naar de kant brengt.

Terwijl Ben daar de epirb volledig laat testen, werk ik alle opgespaarde was sinds St. Eustatius weg in de Laverie Automatique. En weet je wat nou zo fijn is? We kunnen hier voor het eerst in de Carieb wassen met warm water en we kunnen zelfs kiezen tussen 40, 60 en 90 graden!!! Wat een luxe. Ik heb maar liefst 4 volle machines gedraaid en alles is weer heerlijk schoon! Een was doet er ongeveer 40 minuten over en als de machines draaien laat ik mij om de hoek een korte carré coupe aanmeten. En weer een hoekje verder zit de Capitainerie met een DIY in- en uitklaar systeem. Wij klaren alvast uit voor morgen, printen het formulier en betalen 5 euro bij de capitainerie.

De was is klaar. We zijn uitgeklaard. De epirb is getest & goedgekeurd en ik kan er voorlopig weer tegen met mijn korte koppie. Terug naar de Blabberboot. De was laten we wel drogen aan boord. Met deze warme Caribische wind en onder de bimini is alles snel droog. We zijn klaar voor vertrek!

Info voor andere vertrekkers:

  • Een wasmachine van 7 kilo kost 7 euro, maar je kunt ook 14 kilo in een keer wassen voor 11 euro.
  • De DIYLlaverie is van 6.30 tot 22.00 uur ‘s avonds open
  • In – en uitklaren kan bij de Capitainerie van 8.00 tot 17.00 uur en op zondag tot 12.30 uur. De kosten voor in- en uitklarne zijn 5 euro.

DIY klus: vishaak

De vissen die we vangen zijn overwegend (voor onze begrippen dan he) groot. En het is soms lastig om ze binnen te halen. Ze spartelen, het lijntje is dun en kan makkelijk breken en eenmaal naast de boot moeten we ze nog over de reling aan boord tillen. Ondertussen houden we onze vingers crossed, want we zijn veels te bang dat de vis er tijdens deze manoeuvres af vliegt…

Maar we hebben nu de oplossing; een zelfgemaakte vishaak. Met deze haak kunnen we vis ‘borgen’ en sneller aan boord trekken.

Wat heb je nodig:

  • Haak (hier hangt de schilder zijn emmer mee aan de trap)
  • Bezemsteel
  • Epoxy
  • Kurk

De vishaak in vier stappen:

  • Zaag de haak doormidden en breng een paar inkepingen aan om weerstand te kweken
  • Zaag de bezemsteel doormidden en boor een gat aan de bovenkant
  • Lijm de haak met de epoxy in de bezemsteel
  • En om ons zelf niet aan de haak te slaan of te beschadigen prikken we een oude kurk op de haak als we de vishaak niet gebruiken.

Kom maar op met die vis, de Blabber is er klaar voor!!

Voorraden aanvullen bij de Leaderprice

De Leaderprice heeft een eigen dinghysteiger

De Leaderprice heeft een eigen dinghysteiger

Afgelopen nacht schrokken we wakker van een hoop kabaal. We dachten eerst dat het een paar feestgangers waren die een beetje te laat thuis kwamen. Maar als we naar buiten stappen kijken we recht in de schijnwerpers van een grote vissersboot, die zich heel voorzichtig vlak langs de achterkant van onze boot manoeuvreert. Het gaat gelukkig goed. Ze gaan weer vissen. De lege kooien liggen aan dek.

Ons water is op. Gelukkig hebben we nog 95 liter in jerrycans, die we in de tank gooien, maar we moeten wel tanken voor we verder naar het zuiden varen.

Voorraden aanvullen met de dinghy

Vandaag staat in het teken van boodschappen en dat doen we hier met de dinghy. We kunnen de dinghy praktisch bij de grote winkels zoals Leaderprice (soort Franse Lidl) en Carrefour voor de deur leggen. Vanaf de ankerplaats varen we richting een kleine ingang bij de mangroven. Daar spotten we een gezonken schip met daarop de tekst ‘Marimer’ met een pijl naar rechts en we varen hier naar binnen. Dwars door de mangroven. Het water is kalm, het is er stil en we zien alleen maar mangroven links en rechts…. zitten we hier wel goed? En dan ineene zien we aan het einde van het kanaaltje bebouwing. We varen een klein kommetje in waar we onze dinghy vastbinden aan een trap. Hier zitten een aantal (scheeps)winkels en lopen we naar de Carrefour. Daarna loop ik binnendoor naar de Leaderprice, terwijl Ben de boot omvaart naar de steiger van de Leaderprice.

In de Leaderprice worden we getrakteerd op een dansact, omdat ze 20 jaar bestaan.

Als het lijstje is afgewerkt en de boodschappen zijn betaald rijden we de volle boodschappenkar naar de steiger om de hoek en zetten vier volle tassen in onze dinghy. It’s so easy! Vuilniszak er over heen tegen opspattend water en we kunnen weer retour boot.

Wat voor voorraden kopen we hier dan vooral?

  • Basic artikelen: zoals pasta, broodmeel, honing, wasmiddel, tandpasta, vuilniszakken etc.
  • Lokale producten: zoals Franse kaasjes, worstjes, broodbeleg, dikke yoghurt.
  • Back up producten: die we kunnen eten als er niet meteen een winkel met vers voor handen is of we even geen zin hebben om te sjoppen, zoals; crackers (voor als er geen brood is), blikjes met mais, doperwtjes, bonen, zelfs spruiten en witlof (geen idee of dat lekker is uit blik??) etc.
  • Drinken: houdbare melk, pompelmoesvruchtensap (zo lekkerrrrr), thee, (oplos)koffie, wijn in grote pakken etc.

Eenmaal bij de Blabberboot laden we de boodschappen aan boord en stouwen alles moeiteloos weg onder de banken. De boot zit weer vol en we kunnen er voorlopig tegen!

Op zoek naar een TV met Canal+

Diamond Rock

Diamond Rock

De wekker gaat om half 6 en om 6 uur gaan we anker op. Waarom zo vroeg? We willen graag voetbal zien (Nederland-Chili) en op tijd in Le Marin liggen. De wedstrijd is voor ons lokale tijd om 12 uur.

Het grootste gedeelte van de tocht is tegen de wind in en we motorzeilen langs de bijzondere Diamond Rock (je weet wel die rots waar de Engelsen wel 17 maanden stand hielden tot ze vaten met rum lieten aanspoelen…) naar de baai van Le Marin. Rechts liggen voornamelijk boten aan een mooring. Wij zoeken links een plekje uit niet ver van de kant. Eenmaal voor anker blijken we midden in een verboden te ankeren gebied te liggen. Het wordt gemarkeerd met grote gele boeien. Dit gebied is bedoeld voor de lokale zeilschool. Maar als we zo om ons heen kijken liggen er dan zeker 10 schepen verkeerd. Het gaat de komende dagen hard waaien en we verwachten niet dat er veel gezeild wordt. We blijven lekker liggen.

Eenmaal op de kant moeten we toch even goed zoeken naar een tent die de voetbalwedstrijd uitzend. Bij de Country Bar wordt de TV van thuis gehaald. Maar eenmaal geïnstalleerd blijkt de lokale televisie Nederland- Chili niet uit te zenden. We moeten een kroegje hebben met Canal+. We drinken de koffie op en gaan snel verder. Het valt nog niet mee. De meeste cafeetjes zijn dicht. We slenteren langs het strand en bijna aan het einde vinden we een tentje waar de TV aan staat. We horen & zien voetbal! Gevonden!! We kunnen voetbal kijken. Toch weer gelukt.

Ennnnn…. we zijn weer door!!! Yeah. Het oranje feest en de zoektocht naar TV’s die de wedstrijden uitzenden gaat nog even door in de Caribbean!! Waar kijken we de volgende wedstrijd?

15 mijl verder naar Grand Anse ‘d Arlet

We laten het bijbootje er achter drijven

We laten het bijbootje er achter drijven…

Er is vandaag weer niets te beleven in Fort-de-France, dus we gaan anker op en zeilen heerlijk naar Grand Anse ‘d Arlet. Een stranddorpje 15 mijl verderop waar je aan gratis moorings kunt liggen. Waarom zijn deze eigenlijk gratis? Wel een slimme zet, want het ligt er vol met zeilboten!

Aan wal is het ook overal druk langs het strand. Er zijn diverse strandtentjes. We gaan met de dinghy naar de kant. Hier hang je de punt van je dinghy iets omhoog tegen de pier aan, zodat deze niet onder de pier schiet. Op deze manier heb je geen achter ankertje nodig. We gaan op zoek naar internet. Bij de eerste bar waar we heerlijk onder een amandelboom zitten is het helaas heel slecht. Dus we wandelen na het eerste pilsje en het lokale creoolse hapje Acras door tot we een bar vinden met goed internet. Dit wordt Ti Sable. We hebben wifi, zitten heerlijk en genieten samen met de Sylfer crew van de BBQ. Op de achtergrond speelt een band loungemuziek. Drie bandleden gebruiken een Apple computer. De muziek kent geen pauze, alles gaat in elkaar over.

We checken nog even het weer en er komt een klein wind- en regenfrontje aan. Dus morgen gaan we anker op en richting Le Marin, waar we rustig het wat slechtere weer kunnen uitzitten ehhh… liggen.

We kunnen geen banaan meer zien

Tweede poging om samen met de Sylfer crew het centrum te bezoeken. Het begint al goed; het VVV is dicht! De bibliotheek Schoelcher is gelukkig open tot 12 uur. Het gebouw heeft ooit op de wereldtentoonstelling in 1880 gestaan en is toen stukje bij beetje afgebroken, hier naar toe vervoerd en weer opgebouwd. Het is een apart gebouw zo tussen de andere bebouwing in. Een beetje oriëntaals, maar je ziet ook duidelijk de invloeden van Eiffel. Er vlak tegenover staat de onthoofde Josephine. Ooit de trots van Martinique omdat ze hier geboren is, totdat in 1990 bekend werd dat ze Napoleon had aangezet tot invoering van de slavernij. Toen verloor ze haar hoofd! En we zien ook hier weer de nodige art-deco gebouwen. Op zich is er verder niet veel meer te zien in Fort-de-France, dus we gaan naar de haven om te kijken of we een veer naar de overkant kunnen pakken. Helaas, de boot naar Trois Islets stopt om 13.00 uur. Het zelfde geldt eigenlijk voor de bussen naar andere plaatsen op het eiland. Alles gaat op zaterdag middag dicht en is uitgestorven. Vandaar dat het openbaar vervoer ook plat ligt. Het weekend moet je dus eigenlijk gewoon lekker voor een strandje liggen en een beetje zwemmen, wandelen en terrasje pakken, net als de localen… veel meer valt er niet te doen.

Maar we hadden gelezen dat het bananen museum in het bloemendorp Sainte Marie tot 17.00 uur open is. Een vriendelijke buschauffeur biedt aan ons er heen te rijden. En over de terugweg hoeven we niet in te zitten. Hij geeft ons zijn telefoonnummer. Willen we weer terug naar Fort-de-France dan hoeven we alleen maar even te bellen en komt hij ons ophalen…. Ehhhhh …. Durven we dat risico te nemen? Een alternatief is er niet en we willen graag nog wat zien. Zullen we het doen? Wagen we de route, ongeveer 30 km verderop met als risico dat we geen vervoer terug meer kunnen vinden? Ja, we doen het en we zien wel. We willen nog wat leuks doen en in Fort-de-France is niets meer te beleven.

Met de bus naar Sainte Marie
We rijden over een 6-baans weg naar de kustweg aan de Atlantische kant, dwars door bananen plantages en suikerrietvelden Een kleine drie kwartier later zet de chauffeur ons af bij de Musée de la Banane. Er heerst een oase van rust. We horen alleen vogels. Om ons heen allemaal bananen en het museum. Voor 7 euro lezen we heel veel over de banaan, zoals:

  • De reis die de banaan heeft gemaakt. Het begon ooit in India en vandaar uit ging hij naar Afrika > Europa en nam Columbus het mee naar de Caribbean en Zuid-Amerika. Dat laatste twijfelen ze over… De banaan was al in de Zuid-Amerika/Caribbean gespot voor de komst van Columbus…
  • Er zijn 1000 soorten bananen, waarvan je er 300 kunt eten: 150… plantain bananen (kun je niet direct eten, moeten eerst gekookt of gefrituurd worden, vergelijkbaar met een aardappel) en 150 dessert bananen
  • Een bananenplant heeft 15 tot 20 liter water per dag nodig
  • De verboden vrucht in het paradijs was een banaan i.p.v. een appel 😉
  • Aan 1 tros hangen ongeveer 100 bananen
  • En nog veel meer….

En aan het einde van de leesroute ligt een tros bananen die we kunnen proeven!

Rue du bananes
Daarna belanden we in de geweldige bananentuin, met wel 30 verschillende soorten bananen. Groot, klein, recht, krom, wit, roze, paars, bak, dessert en sier bananen. Zoveel soorten. Een walhalla als je gek bent op bananen! En we kunnen weer proeven. Er lagen hier & daar trossen op de grond met rijpe bananen. We hebben het niet gevraagd…. maar alle dessert bananen waar nog geen beestjes op zaten hebben we geproefd. Aan het einde van de route staat de bananenbar (nee niet die uit Amsterdam!). Hier worden we getrakteerd op bananenbier,-ketchup,  -likeur, -cake en -shakes etc. Heerlijk. We hebben wel 10 bananen op!

Retour Fort-de-France
In de bananenbar zat ook een Française, alleen aan een tafeltje en ze bleek met de auto. Wij mogen meerijden tot het centrum van Sainte Marie. Het is er uitgestorven. Alles zit op slot. Niets te beleven. Er is meer leven op zondagmiddag in het centrum van Apeldoorn… en dat is al niet veel! We gaan retour boot. Nu komt de proef op de som. Reageert de chauffeur of niet als we bellen? De eerste twee keer niet…. Oh, oh… Ondertussen staan we bij een busstation en proberen te liften… ze stoppen niet en de busjes rijden handenschuddend door…. Mensen die ook staan te wachten (op veelal familie) geven aan dat het wel erg lastig wordt. Dan belt de chauffeur terug. Gelukkig, we hebben contact. Hij komt met 5 minuten! En zowaar, 5 minuten later staat hij voor onze neus en brengt hij ons weer terug naar Fort-de-France. Geweldig, wat een service.

Weer een stukje verder naar het zuiden…

Onderweg...

Onderweg…

Hoe leuk we het hier ook vinden, we moeten verder richting het zuiden. Waarom? Officieel start het hurricane seizoen op 1 juni. De meeste hurricanes volgen later in het seizoen, maar daar kunnen we niet op vertrouwen. Vandaar dat we langzaam richting het hurricane veilige zuiden afzakken. De lijn vanwaar we in principe weer veilig liggen voor hurricanes ligt ter hoogte van het eiland Bequia. Het eiland hoort bij St. Vincent en de Grenadines en is vanaf hier ongeveer 100 mijl ten zuiden. Het weer proberen we elke dag te checken. Tot nu toe is het vrij rustig stabiel weer. Mocht er slecht weer aankomen dan gaan we anker op en zeilen in 1X door naar Grenada. Maar zolang het weer goed blijft, zakken we langzaam af naar het zuiden en houden we alles goed in de gaten via internet.

Fort de France, de hoofdstad van Martinique ligt 20 mijl naar het zuiden. Het eerste stuk kunnen we lekker zeilen, daarna gaat de motor aan en motoren we het laatste stuk recht tegen de wind in naar de ankerplek bij het oude Fort, dat nog steeds door het leger in gebruik is. Er liggen aardig wat boten voor anker in de Baie des Flamands. Wij vinden een mooi plekje.

Rond 16.00 uur gaan we naar de kant. De dinghy leggen we aan de boulevard voor de muziektent. De groente markt, die ’s morgens om 5 uur al start gaat net dicht, evenals de meeste winkels. Ze houden het vroeg voor gezien in Fort de France. De Leaderprice is gelukkig nog open. Terug bij de dinghy wordt er al stevig muziek gemaakt in de muziektent. We kunnen het horen vanaf de boot.

Met de bus naar Morne Rouge

Met de bus naar Morne Rouge

Met de bus naar Morne Rouge

Het regent als we wakker worden van een onrustige nacht met muggen! Voor het eerst worden we weer door ze geplaagd en uit onze slaap gehouden. Vanavond de horren er maar weer voor. Als de regen stopt pakken we de dinghy naar de pier en gaan we samen met de Sylfer op zoek naar het busstation op de Place Glacière achter de groente markt. We pakken een klein busje naar Morne Rouge, een bergdorp 10 kilometer verderop, dat ook is gesneuveld tijdens de uitbarsting van de Mont Pelée in 1902 en het leven heeft gekost aan 1500 mensen.

Geen idee of er wat te zien is, maar de route door de bergen lijkt ons alleen al leuk. We rijden dwars door het regenwoud. Links en rechts zien we vele fruitbomen (mango’s, sinaasappelen, peren, avocado’s), het water loopt ons in de mond. We hebben ons voorbereid en een plastic tas voor de mango’s zit in onze rugzak.

De grotten van Lourdes... LOURDES?? hier??

De grotten van Lourdes… LOURDES?? hier??

De grotten van Lourdes … en meer…
De busrit kost 1 euro per persoon en we stappen midden in het langgerekte dorp uit. Het is best wel groot. Dit hadden we niet verwacht. Het dorpje ligt ongeveer in de bergen aan de voet van de Mont Pelée en de temperatuur is iets aangenamer als ‘beneden’ aan het water. Het is er wel natter en terwijl we zo rondstappen krijgen we de eerste bui al over ons heen. Dit hadden we echter niet voorbereid, dus we stappen zonder bescherming door in de regen. Terwijl we daar zo rondlopen spotten we een bordje met de grotten van Lourdes. Huh, zijn die hier? Hebben we iets gemist? We dalen af langs de trappen. Het uitzicht op het dal is prachtig en het ruikt er lekker.

Daar is ze dan... Maria...

Daar is ze dan… Maria…

Het is er heel stil, we horen verschillende vogels fluiten. Op het eindpunt van de route naar beneden staat een beeld van Maria, gemaakt in …. Een plek waar nog jaarlijks de uitbarsting van de Mont Pelée en de 1500 slachtoffers wordt herdacht. Wij schuilen er vooral tegen de regen en worden door Broeder Gerardus gezegend (alsof we nog niet nat genoeg zijn). Zodra de regen stopt lopen we weer naar boven.

Uitbarsting van Mont Pelee in glas in lood

Uitbarsting van Mont Pelee in glas in lood

Langs de hoofdstraat staat een grote kerk met erachter in de kapel prachtige Glas in staal (nee geen lood, het was echt staal!) ramen met Caribische taferelen, zoals palmen, tropische bloemen, ananas, een haan en een hondje. Kijk dat vinden we leuk! Het is in 1981 gemaakt door Zjolkowskis in 1981.

 

 

Afterparty in destilleerderij Depaz…
Om 13.00 uur pakken we de bus terug richting St. Pierre, het blijkt de laatste te zijn!! Hebben wij even mazzel. We zijn de enige in de bus en we vragen de chauffeur te stoppen bij de Depaz distilleerderij. Hij stopt langs de kant van de weg waar een bord aangeeft dat de destilleerderij 300 meter verderop ligt. Via een weg door de bossen belanden we tussen de suikerrietvelden. Midden in het veld staat ook een mangoboom bordenvol rijpe vruchten. De eerste mango’s vinden een weg naar onze mond, daarna worden de tassen gevuld. Heerlijk! Met volle zakken vervolgen we onze weg naar de destilleerderij, die iets verderop zit aan de rechterkant van de weg. Het ziet er bijzonder goed onderhouden uit. Wat een oppervlakte. Via een statige oprijlaan met links en recht koningspalmen komen we aan bij de destilleerderij. Deze is van de familie Depaz, een oude familie uit St. Pierre die op 1 na de uitbarsting niet hebben overleefd. De volledige distilleerderij is weggevaagd. De zoon die in het buitenland zat heeft later alles opnieuw opgebouwd. Het ‘nieuwe’ chateau van de familie kijkt uit over de suikerrietvelden en de zee. Wat een uitzicht!

Boulevard de Rhum
De looproute begint bij de entree en voert ons langs het hele proces van rum maken, van de weegschaal, het waterrad, de plek waar het suikerriet van de wagens wordt geladen, naar de persen, stoommachine, fermentatie tanks, stoom boilers en tenslotte de Boulevard de Rhum, waar de Rum op eiken vaten ligt te rijpen. De oudste rhum is 12 jaar. Daar hangt ook de klok van Depaz, deze bepaalde vroeger voor een belangrijk deel het ritme van de dag. De oude, gesmolten, klok van voor de uitbarsting ligt in het kleine museum op de plantage (Habitacion in het Frans). Op het plein zien we nog een prachtige enorme grote en oude rubberboom met luchtwortels, de fiscus elastica.

Twirlen met een lélé in de Ti Punch
Aan het einde van de route komen we in de proeverij. We beginnen meteen maar met de oudste (12 jaar) een bijzonder zachte rum. Daarna maakt hij speciaal voor ons een Ti Punch, de cocktail van Martinique. Ti , betekent klein in het Creools.

Et voila ... een Ti Punch!

Et voila … een Ti Punch!

Het recept voor een Ti punch:

  • Scheut Suikerriet siroop
  • Scheut Witte of bruine Rum
  • Geperste Limoen (tussen je vingers squeezen en een beetje los er in)
  • En daarna maakt hij het af door nog even te twirlen met een lélé (soort twijg)
  • Je kunt het met- of zonder ijs drinken

Nou zo klein als tie is, het smaakt heerlijk! En we sluiten deze proeverij af met een 6 jaar oude bruine rum. Ze waren allemaal lekker, maar ik zou de rum toch vooral gebruiken om te mixen.

Door de suikerrietvelden terug naar St. Pierre
Na de rondleiding keren we terug naar de boot. De bus gaat niet meer, dus we pakken de weg die na de poort naar rechts dwars door de rijstvelden loopt, de berg af met uitzicht op zee. Links en rechts zien we veel fruit hangen en vooral avocado bomen. Maar ze zijn helaas nog niet rijp vertellen twee dames die ons laten zien met een kapmes dat ze nog te klein en hard zijn. De avocado’s die hier groeien aan de boom worden trouwens behoorlijk groot. Jammer dat we te vroeg zijn, we hadden ze wel eens willen proeven (en zelf plukken van de bomen). We plukken wel citroenen de campagne en doen een poging wat rijpe stervruchten uit de boom te schudden, maar het is hopeloos, ze zijn te kwetsbaar en vallen allemaal stuk op de grond. Aan het einde passeren we nog de ruïne van de kerk. Het is een mooie route.

Een kruiwagen vol Merlijn!

Een kruiwagen vol Merlijn!

Eenmaal terug bij de haven staat een kruiwagen vol vis! Een visser heeft ongeveer 10 km uit de kust een Merlijn gevangen. Wat een beest! De strijd om hem binnen te halen duurde 10 minuten. Impressive! Ehhhh…. Zullen we ons lijntje voortaan maar binnen houden?

De trieste geschiedenis van St. Pierre

Inklaren op St. Pierre is super easy!

Inklaren op St. Pierre is super easy!

Onze nieuwe app ‘Open water Anker alarm’ ging vanmorgen vroeg af. We lagen in diepe rust en schrokken ons rot. Gelukkig was het vals alarm. Door het ontbreken van wind waren we helemaal omgedraaid. We hadden het te monitoren gebied te klein afgesteld. We hebben het nu naar 60 meter gezet (een swingafstand van 30 meter rondom).

De oranje vlag gaat weer in top. We zijn er klaar voor. Maar voor het 12 uur (Caribische tijd > de voetbaltijden zijn gunstig voor ons) klaren we ons eerst in bij het VVV en bezoeken we het museum van vulkanologie van Perret. Het VVV is bij de tweede poging wel open! In 5 minuten is het formulier op de PC ingevoerd en na een kleine vrijwillige donatie zijn we weer ingeklaard.

Wat er over is van de klok...

Wat er over is van de klok…

Musée Volcanologique et Historique Franck Perret
Het Perret museum, het Musée Volcanologie, is klein maar indrukwekkend museum door de vele foto’s van voor- en na de uitbarsting en de achtergebleven en later terug gevonden memorabilia zoals gesmolten lampen, horloges, een bordje met pasta, kruiken, gesmolten flessen etc. In het midden van het museum staat de oude kerkklok, samengeperst alsof deze van karton is. Het geweld van de vulkaan straalt er vanaf.

 

Oranje kijken in Bar des Caribes
En dan is het 12 uur en snellen we naar de Bar des Caribes tegenover het oude beursgebouw voor de wedstrijd Nederland – Australië. We zitten tussen de locals, die duidelijk niet werken. Ze hebben er duidelijk lol in en zijn ook voor Nederland. De wedstrijd tegen Australië is helaas niet zo mooi als de eerste, maar spannend is het wel, tot de laatste minuut. We drinken een Lorraine pintje op de goede afloop.

St. Pierre, ooit het Parijs van de Antillen

Dolfijnen onderweg naar Martinique

Dolfijnen onderweg naar Martinique

St. Pierre is een klein levendig Frans dorpje aan de voet van de slapende vulkaan Mont Pelée in het Noord Westen van Martinique. We varen er vandaag heen met een heerlijke oostelijke wind en hebben een machtig mooie zeiltocht waarbij we recht op ons doel af kunnen lopen. Onderweg komt er door de golven een groep dolfijnen op ons afstormen, maar eenmaal bij de boot hebben ze geen zin om te spelen en gaan ze snel door. Binnen no-time zijn ze niet meer te zien, helaas. En de vissen willen ook niet bijten. Als we door enorme velden met een soort wier varen halen we de vislijn (met wier en al) binnen.

Wier.... no fish!

Wier…. no fish!

Voor de kust met zandstranden zoeken we een ankerplaats. We mogen niet binnen de gele boeien ankeren of liggen. Dit is beschermd gebied, hier liggen scheepswrakken van schepen die zijn getroffen door de vulkaan uitbarsting in 1902. We vinden een mooie plek aan de zuidkant van de (niet meer in gebruik zijnde) pier. Ik plons te water om het anker te checken en we liggen ok. Daarna gaan we gauw naar de kant om in te klaren bij het VVV gebouw. Het dorp ziet er leuk uit!

Beeld Madeleine Jouvray, leerlinge van Rodin

Beeld Madeleine Jouvray, leerlinge van Rodin

Het VVV is al dicht. Dus we doen een rondje stad. St. Pierre was ooit de flamboyante hoofdstad van Martinique en door zijn haven en talrijke distilleerderijen ook de hoofdstad van de rum. Er lagen hier heel wat schepen voor anker om o.a. Rum te laden. De stad was groot en levendig en had een paar imposante gebouwen. Totdat na een paar eerder genegeerde waarschuwingen op Hemelvaartsdag (8 mei) in 1902 de stad werd overvallen door een enorme vulkaanuitbarsting van de vulkaan Mont Pelée. Binnen een paar minuten werd de stad, omgeving en de schepen die er voor anker lagen totaal verwoest. Maar liefst 30.000 mensen kwamen bij deze uitbarsting om het leven. Slechts 1 persoon heeft het overleefd; Louis Cyparis. Hij zat een levenslange straf uit in het cachot (kerker) in de kelder van de gevangenis. De enorme dikke muren hebben hem beschermd tegen de hete lavastromen. 4 dagen later werd hij gevonden en werd hem gratie geschonken. Hij was al genoeg op de proef gesteld. Daarna is hij in het circus bij het Amerikaanse Barnum een attractie geworden waar hij voornamelijk zijn brandwonden liet zien.

Na de uitbarsting werd Ford de France de hoofdstad van Martinique. St. Pierre werd weer opgebouwd, maar heeft niet meer dezelfde grandeur als voor de uitbarsting. Er wonen nu ongeveer 4500 mensen. Wij vinden het een leuk stadje, er staan nog steeds mooie gebouwen en er zijn her en der verspreid ook nog heel wat verlaten gebouwen en ruïnes te vinden zoals het theater (met destijds 800 zitplaatsen), de gevangenis, de kerk, het Figuier Quartier (de huisjes aan het water aan de voet van het Fort, voornamelijk winkeltjes), het kerkhof en het hospital.