Vanmorgen zijn we anker opgegaan en verplaatst naar de linkerkant van de baai. Het was meteen een lesje ankeren voor mij. Normaal dropt Ben altijd het anker, maar ik moet natuurlijk ook weten hoe het werkt. Dus vandaag was het mijn beurt! De baai varieert nogal in diepte. Dan weer was het 2,5 meter diep, dropte we het anker werd het ineens meer dan 10 meter diep. We hebben het wel vier keer over gedaan voor we beiden tevreden waren. En ondertussen heb ik mooi kunnen oefenen en snap ik nu precies hoe het ankerlier werkt. Toch wel een must als je met z’n tweeën vaart. We liggen nu goed, dchter bij de kant en meer tussen de andere zeilboten.
Zodra we liggen komt het bijbootje van de Jan van Gent langszij. Chris vertelde ons dat er twee walvissen gevangen zijn en die werden op dit moment gestripped op een klein walviseiland in de buurt van Friendship Bay, aan de zuid kant van het eiland. Een bizar gezicht, maar ook wel uniek omdat er maar een paar plekken in de wereld zijn waar de bevolking nog op een walvis mag jagen. Bequia heeft een quota van 4 humpback whales per jaar. Dit wordt meestal niet gehaald en er zijn hele jaren bij dat ze zelfs niets vangen. De afgelopen weken hebben ze er echter al 3 gevangen. De Jan van Gent is er vanmorgen heen geweest, heeft veel foto’s gemaakt op het eiland en kwam zelfs terug met een zak vol walvisvlees en vet.
Het leek ons wel uniek, dus we zijn meteen in de dinghy gesprongen en hebben een poging gedaan om het ook te zien. Vanuit de haven pakken we een taxibusje naar Paget Farm. In de bus kregen we meteen allerlei uitleg, maar ze waren wel bang dat we te laat waren. En dat bleek te kloppen. Eenmaal op Paget Farm bleek er van de twee walvissen niet meer veel over dan een paar botten. We zagen hier en daar mensen sjouwen met een emmer vlees of vet. Maar meer was er niet te zien. In een ochtend hebben ze maar liefst twee walvissen volledig gestripped. Ongelofelijk. Op de site van de Jan van Gent kun je meer lezen en zien hoe ze dit doen.
Nou ja we hadden toch al een beetje een dubbel gevoel… net als naar een spannende film kijken, eigenlijk wil je het niet zien en stiekem kijk je toch … tussen je vingers door… Dus op zich vonden we het niet al te erg dat we deze slachting hebben gemist.
Het dubbele gevoel komt omdat aan de eene kant de walvis een bedreigde diersoort is, zo’n machtig mooi en groot beest eet je niet. Aan de andere kant heeft de bevolking hier altijd al op walvis gejaagd om te eten. Er zit niets commercieels achter. Het hele eiland profiteert en alles, echt alles van de walvis wordt voor consumptie gebruikt. Daarnaast wordt de walvis nog op een traditionele manier gevangen, met open houten zeilbootjes, harpoenen en heel veel touw. Er zijn maar 6 mensen op dit eiland die dit kunnen. Bijzonder, maar zoals ik al schreef, het dubbele gevoel blijft.
Eenmaal terug in de haven worden we door de Jan van Gent uitgenodigd om hen te helpen bij de enorme hoeveelheid walvis. Chris staat de hele avond in de kombuis en probeert alle varianten uit; gebakken, gestoofd en het vet gefrituurd. Het vlees is goed te eten. Het heeft wel een specifieke smaak, wat we niet echt een naam kunnen geven, maar het smaakt goed. Gestoofd heeft het veel weg van draadjes vlees. Alleen het vet vinden we wat minder.
We weten nu hoe het smaakt, maar dit was wel een eens maar nooit meer ervaring. We besluiten dat we de walvissen levend toch leuker vinden!