Samen met de dames van de Roxy en Hagar lopen we ’s morgens langs de Malecon, een soort boulevard langs het water, richting het centrum van Cienfuegos. Aan onze rechterhand is de ‘grote’ weg. De eerste Amerikaanse klassieke oldtimer van voor de revolutie komt ons al snel tegemoet. Gevolgd door uiteenlopende fietsen, driewielers (bicitaxi’s), brommers en motoren van een voor ons onbekend merk uit China en daarnaast een hypermoderne kanariegele Anguilla elektrische motor. En een paard & wagen! Watt? Een paard en wagen? We wisten dat Cuba een beetje stil is blijven staan in de tijd. Maar dit verwachten we echt niet. Het blijkt het meest gebruikte nationale vervoer in de stad. Taxi’s en bicitaxi’s (fiets taxi’s / driewielers) zijn voornamelijk voor de toeristen. De lokale bevolking kan dit niet betalen. Het contrast kan niet groter.
Ook de huizen zijn blijven hangen in de jaren ’50. Het is of we 65 jaar terug gaan in de tijd.
Toch zijn de straten ondanks de verschillende soorten vervoer vooral leeg. Zelfs in mijn kindertijd was er meer verkeer op straat. Deze leegheid wordt nog eens extra geaccentueerd door het ontbreken van de gebruikelijke reclame prikkels. Er zijn geen billboards, zuilen, uithangborden en/of bushokjes met posters. De enige ‘reclame’ die we zien zijn een zuil van ‘Radio Rebelde’, het radiostation, ooit gestart door Che in de bergen van de Sierra Nuestra. En borden/muurschilderingen van de vele vakverenigingen, UJC (kinderen), CDR (aanhangers van de Revolutie), FMC (vrouwen) en ANAP (boeren prive).
De volgende verrassing is een winkelstraat met een echte winkelpromenade, winkels en etalages. Niet dat er veel instaat. Ook hier valt vooral de leegheid op. Aan de buitenkant kunnen we door het ontbreken van reclameborden niet zien om wat voor winkel of gebouw het gaat. We maken er dan ook een gewoonte van overal naar binnen te lopen. Meestal worden we verrast door wat we dan zien en soms belanden we op plekken waar we niet willen zijn, zoals een mortuarium. De combinaties van de artikelen in de winkels zijn bijzonder.
We lopen bv. een winkel binnen die je het beste zou kunnen vergelijken met de V&D. Ehhh, niet echt een goed voorbeeld want ze zijn net failliet, maar de meeste van jullie begrijpen vast wel wat we bedoelen. Het is een grote winkel. Vooraan staan een paar losse banken en stoelen met bloemetjesstof (voor de verkoop) en daarachter staan verschillende ‘eilanden’ met toonbanken. Elk eiland verkoopt weer wat anders. De spullen variëren van strooien hoedjes, emmers, zeep tot rollen stof en schoenen. Maar keuze is er niet. Er staat maar 1 soort strooien hoedje. En de etalage onder de toonbank staat vol met 1 soort zeep. Naast de reclameprikkels ontbreekt ook de keuzestress. Het leven is simpel in Cuba.
“Hier is het” roept Angelique van de Hagar enthousiast, als we een gebouw binnen stappen. Binnen in de grote zaal is het het druk! Langs de kant staan zeker twintig kapperstoelen op een rij. Iedere werknemer heeft zijn eigen tokootje. Als ze ons zien binnen komen beginnen ze allemaal te roepen of we een knipbeurt willen. Waarschijnlijk huren ze de plek en zijn onze CUC’s mooi meegenomen. De Cubanen hebben nl. een eigen munteenheid, de CUP. Zij kunnen moeilijk aan CUC’s (toeristengeld) komen. Met CUC’s kunnen ze voornamelijk luxe artikelen kopen. Iets wat voor de meeste Cubanen die niet in aanraking komen met de toerist buiten bereik ligt. Voor 5 CUC (is ongeveer 5 euro) laat ik me knippen onder het toeziend oog van een paar studenten, die er duidelijk niet zo veel zin in hebben.
Na de knipbeurt slenteren we nog wat verder door de stad. Met name de straatjes achteraf, de buurten waar minder toeristen zijn en de Cubanen wonen. Scheiding tussen binnen en buiten is er nauwelijks. De deuren en ramen staan overal open. Uit het huis schalt de muziek of TV. We kunnen overal naar binnen kijken. Veel staat er niet. Meestal een paar schommelstoelen en/of een bank en natuurlijk de TV. De mensen zitten vaak voor hun huis, op straat, spelen een spelletje domino of praten met de overbuurvrouw.
Wow, wat een indrukken allemaal. Moeilijk om na te vertellen. We hopen dat de foto’s een beetje de sfeer van Cienfuegos vertellen. Lekker is dat we alles te voet kunnen doen. Last van het verkeer hebben we nauwelijks. Bijzonder om met onze eigen boot voor anker te liggen bij het grootste Caribische eiland. Echt kicken!