Het heeft de hele dag gerommeld en geregend. Het is windstil en benauwd. Aan het einde van de dag stopt de regen. We zitten net lekker buiten. het schemert en ineens worden we overvallen door een zwerm vliegen. Zwarte beesten met lange vleugels. Het zijn geen al te beste vliegers, ze zijn een beetje dronken en vliegen tegen ons aan. Daarna beginnen ze meteen hard te lopen. Irritant. En het kriebelt. De meeste slaan we met gemak van ons af.
De volgende dag liggen er door de hele boot en op het dek vleugels, ik vind ze zelfs in mijn BH (!!), maar de beestjes die er aan zaten zijn verdwenen. Wat is dit? Het blijken vliegende mieren te zijn. Zodra het windstil is en lekker warm besluiten de maagdelijke koninginnen uit te vliegen op zoek naar een plek om een nieuwe kolonie te beginnen. Gevolgd door vele mannetjes die haar graag willen bevruchten. Ze vliegt zo ver en hoog mogelijk, zodat alleen de sterkste mannetjes over blijven. Eenmaal neergestreken gooit ze haar vleugels af en gaat op zoek naar een geschikte plek voor een nieuw nest. En hiervoor heeft ze de Blabberboot uitgekozen?!! Bah, geen goed idee. Als we weer boodschappen doen maar eens op zoek naar mierenlokdoosjes. Ik moet er toch niet aan denken dat ze daadwerkelijk een goede plek vindt en dat de eitjes over een tijdje uitkomen (hoe lang duurt dat eigenlijk?) en wij worden overvallen door een nieuwe invasie van nu kruipende mieren! Het raadsel hoe mieren aan boord komen op de ankerplek is bij deze wel opgelost.