We gaan weer eens wandelen. Worden jullie al gek van de wandelverhalen en foto’s? Deze keer lopen we langs de kustweg naar het oosten, richting het dorpje La Guaira, ongeveer vijf kilometer lopen.
De mooie geasfalteerde weg loopt dwars door de jungle. Vanuit een boom kijken een paar brulapen nieuwsgierig naar beneden. In de berm ligt veel plastic. Doodzonde. Het wordt vooral tijdens de busrit zonder pardon door het raampje naar buiten gegooid. En eerlijk gezegd zien we ook geen plek waar we ons eigen afval kunnen dumpen. Er staan gewoon nergens afvalbakken.
Het is weekend en het is erg druk in het dorpje. De parkeerplaatsen staan vol met auto’s die toch gauw een luttele 5 dollar moeten betalen voor een dag parkeren. Het strandje ligt vol. Vanuit Guaira kun je ook met een lancha naar het eilandje Isla Grande aan de overkant. Groot is het eiland niet, maar wel gezellig in het weekend. Daarnaast hebben ze er een mooi strand.
Wij vervolgen onze weg door het dorpje Guaira, richting de rijkere huizen aan de meest oostelijke kant. De uitstraling van het dorp verschilt niet veel met de andere kleine dorpjes langs deze kust. De dorpjes zijn arm, er is waarschijnlijk weinig geld voor onderhoud, overal ligt afval en het water loopt langs geultjes de zee in. Tussen de huizen door lopen schurftige hondjes, kippen en eenden. Zondag is overduidelijk ook was dag, overal hangt of ligt was te drogen. De mensen hebben het hier niet rijk, maar ze zijn wel vreselijk aardig. Als je ze gedag zegt breekt het gezicht open, krijg je een vette glimlach en “buen buen” na onze “Hola, Que tal?”
Aan het einde van het dorpje komen we bij het park. De huizen staan voornamelijk leeg. Het contrast van de grote huizen met keurig onderhouden grasvelden kan niet groter met het dorpje. We gaan retour marina en pakken nog een kokosnootje mee die op de grond aan onze voeten ligt. Onze Sunday snack zit weer in the pocket!