We liften naar Hell. De dure auro’s willen alleen niet stoppen. Ze kijken niet eens. Na de tiende auto die voorbij rijdt stopt er gelukkig een echte Caymanian. Hij woont slechts een paar minuten van Hell en wil ons daar wel afzetten. Ondertussen verteld over de eiland geschiedenis en dat de bar in Hell niet meer bestaat omdat de broers het na de dood van hun vader samen niet eens werden… dit soort achtergrond verhalen maakt het liften voor ons zo leuk. Het contact met de lokale bevolking en de uiteenlopende verhalen. Met name Mitchell (1988) en Ivan (2004) hebben grote indruk gemaakt op deze constructor. Dat waren ook meteen de ergste orkanen waar de Cayman Islands mee te maken hebben gehad. De Cayman Islands worden elke 2,34 jaar wel getroffen door een zware tropische storm. Het is dus niet echt een plek om te blijven tijdens het hurricane seizoen. Veels te snel zijn we in Hell. Vanaf hier gaan we verder lopen.
This is what hell must look like
In het souveniers winkeltje worden we begroet door een oude man in een fout en veels te strak duivelspakje (sorry geen foto, dit was te erg…) die vraagt “How the Hell are you”. Deze begroeting zet zich voort in de andere winkeltjes en het postkantoor. Als we verder lopen roepen ze “Have a hell of a day”. Tja wat vinden we er van, Hell? Er is niet veel in Hell. Alleen een paar souveniers winkels, een postkantoor en een dichtgetimmerde bar. Achter deze winkeltjes zitten de zwarte puntige rotsformaties die waarschijnlijk de reden van de plaatsnaam zijn. We mogen er van een afstandje naar kijken.
Een prachtige groene leguaan, die in eeen boom ligt te zonnen, gaapt ons verschrikt aan. Ja sorry, wij weten eigenlijk ook niet wat we hier doen. Het oogt een beetje toeristisch. Toch knap dat je met weinig en een leuke naam een hele toeristische massa in beweging kunt krijgen. Hell wordt o.a. druk bezocht door de cruiseboten, waarvan er soms vier per dag voor de kust van Grand Cayman liggen. Hell, zelfs wij trappen er in! Dus ze moeten iets goed doen…
Seven Mile Beach
We wandelen verder naar de kust. Passeren een dolfijnenshow en turtle farm. Grand Cayman heeft wat met schildpadden. Columbus noemde de eilanden destijds Los Tortugas vanwege de vele schildpadden die hij zag. Geen idee waar de latere naam Cayman Islands vandaan kwam. Er zijn hier geen krokodillen, toch? De latere (VOC en piraten) schepen gingen op weg naar Europa altijd even langs De Caymans om schildpaddenvlees in te slaan. Dit was lang houdbaar, omdat ze de schildpadden in leven hielden tot ze gegeten werden. En nu wordt er op het eiland nog steeds schildpaddenvlees gegeten. Weliswaar vlees dat wordt gekweekt aan de overkant van de Turtle Farm. Beetje bizar deze combi. Links ga je schildpadden ‘knuffelen’ en rechts kun je ze eten. Mmmm beiden niet aan ons besteed. De hele noorpunt bestaat trouwens uit zwarte harde puntige rotsen. Nadat we de kop gerond hebben komen we uit op de Seven Mile Beach. Grappige is dat ie geen seven mile lang is, dus waar die naam nou weer vandaan komt…? Hell, wat maakt het uit, het is een prachtige wandeling!