Ok, nog een blogpostje vanuit Bluefield Lagoon dan. Het is hier ook zo mooi. We hebben de hele baai gezien, zijn zelfs naar buurdorp Kusapin gelopen, maar Punta Alegre, het dorp waar we al een paar dagen voor anker liggen, hebben we nog niet bezocht. We kunnen natuurlijk niet vertrekken voor we dit ook gezien hebben.
We parkeren de dinghy op het strand en lopen via het strand naar het dorpje aan de andere kant van het schiereiland. Overal hangt de was buiten. Het is hier eigenlijk alle dagen wasdag, We kunnen geen dorp binnen lopen, of de was hangt wel buiten. Hier hangt het dwars door het hele dorp en we moeten zelfs bukken om onder de lijnen met onderbroeken door te lopen, tot grote hilariteit van de dames die ons bekijken vanuit hun raampjes in de houten huisjes. Het dorp is vrij klein. Er staat alleen een schooltje met twee klaslokalen voor de kleuters. Midden in het dorp staat ook een openbare telefoon. Hij werkt op de sateliet. Maar het lukt ons helaas niet om naar huis te bellen. Waarschijnlijk werkt het alleen binnen Panama.
Als we verder langs het strand lopen horen we iemand flinK zagen. Op onze terugweg komt hij tevoorschijn uit het bos met een enorm stuk hout op zijn schouder. Het is voor de gezamelijke keuken. ‘Mira’, we lopen achter hem aan.
In de keuken koken drie giebelende vrouwen de maaltijd voor het hele dorp. De vloer ligt bezaaid met schillen van kokosnoten. Op tafel staan onder een doek broodjes te rijzen. We bestellen er een paar. Via de naastgelegen eetruimte vervolgen wij onze weg retour boot. Tegen het vallen van de avond komt de man, in nette kleren met een Panama hoedje op, in zijn kayucko aanpeddelen met een emmer vol verse warme broodjes, gewoon en dulce (zoet) met kaneel. Slim, we nemen er veel meer dan besteld. Het ruimt zo lekker!