He psssst, Taxi? We worden aangesproken door een van de ristelaars die Cuba rijk is. Iedere inwoner van Cuba zoekt een manier om geld bij te verdienen. Ze hebben allemaal wel een familielid met een casa of taxi. Wij hebben ook zo’n riselmannetje waar we graag gebruik van maken. Hij is punctueel, komt altijd op tijd en afspraak is afspraak. Het biedt ons een hoop gemak. Tijdens de ritten kunnen we om ons heen kijken, we hoeven niet te zoeken en worden voor de deur afgezet en later ook weer opgehaald.
Om 9 uur staat ie klaar, onze klassieke auto/taxi naar Trinidad. De chaffeur gebruikt een elastiekje om zijn pook vast te zetten! We slingeren langs vele mangobomen, palmen met een ‘dikke buik’, ossen, geiten, schapen, de zee en witte strandjes naar Trinidad.
De oude stad, van maar liefst 502 jaar oud. Groot geworden door de vraag naar suiker. De meeste grote huizen waren dan ook van rijke suikerbaronnen. We worden een uurtje later afgezet aan de rand van het centrum. De binnenstad is autovrij.
We zwerven over de kinderhoofdjes langs pastelkleurige huisjes, rode dakpannen, een Son muziek bandje op straat, een casa de trova (het huis van de troubadour) en natuurlijk kraampjes vol ‘toeristengroep’.
Een heerlijke stad. Ook op de achteraf straatjes waar de meeste toeristen niet komen.