En dan liggen we voor anker in Honeymoon Beach, dè ideale plek om ons vijfjarige huwelijksreis af te sluiten. Klap, BAM, watttt? Ja, je leest het goed, zit je nog? Onze dagen in de Caribbean zijn geteld. De vertrekkers worden thuiskomers. We zijn een tijdje in ‘denial’ geweest, kop in het zand, vooral niet denken aan het einde, we leven tenslotte in het nu… maar het komt nu wel heel dicht bij en we beginnen zo langzamerhand te wennen aan het idee van ‘thuiskomen’. Ehhhh, wacht eens even, dat woord moeten we even laten ‘landen’. Thuiskomen… Thuis komen… Hoezo THUISkomen? “Wij zijn toch altijd thuis op ons drijvende huisje, no matter waar deze ook ligt?”. Ehhh ja, ik moet het ook anders zeggen, we komen weer richting Nederland met de Blabber. Er komt na vijf jaar een einde aan onze droom, huwelijksreis en het simpele zeilers leventje. Twintig jaar hebben we er van gedroomd. Nu hebben we de droom geleefd en moet er simpel gezegd weer brood op de plank komen.
Tja en dan krijgen we die momenten dat we stil staan bij ‘de laatste’… De laatste keer met de zeilboot op de koffie bij mijn moeder, onze laatste nachttocht voor de wind van St. Maarten naar de BVI’s, de laatste keer het vislijntje over boord en weer niets vangen, nog een keertje Caribische boodschappen doen want we weten niet precies wanneer ons schip op transport naar Europa gaat, en als we toch aan het bunkeren zijn meteen ook nog maar wat water/diesel tanken en de gasfles nog een keertje bijvullen, ai ai ai en dan volgt onze laatste zeiltocht, wij hijsen nog een keer de gele vlag, laten het anker nog een keertje zakken, klaren voor de laatste keer in bij een norse douane beamte die begint te glimlachen als we het over haar mooie nagels hebben, nog een keer knippen we onze haren op een hagelwit strand en luisteren voor een laatste keer naar het Caribische netje op SSB USB 8104 voor onze achterstag losgekoppeld moet worden.
Maar deze dagen staan ook in het teken van stil staan bij de bijzondere momenten die in de Caribbean eigenlijk heel gewoon zijn. Nog een keer genieten van de zonsopgang in de kuip met een kop thee in de hand terwijl schildpadden voorbij zwemmen. Een duik in warm helder blauw water en snorkelen door die prachtige onderwatertuin tot ik er bij neer val. Douchen op het achterplateau dat ineens veel meer ruimte biedt nu de Windpilot weg is (die hebben we voorlopig niet meer nodig). Slenteren langs het spierwitte strand met onze blote voeten door de branding. Een wandeling de berg op om nog een keer re genieten van het uitzicht op zee. Lachen met de locals terwijl we een ijskoud biertje drinken bij de foodtruck. En aan het einde van de dag op de boot genieten van de laatste zonsondergang met een sundowner, terwijl we kijken hoe de de maan ‘op zijn rug ligt’.
Terug naar Nederland, we moeten bekennen, dat wordt best moeilijk. Natuurlijk kijken we uit naar familie en vrienden. Maar man, man, man, wat gaan we dit simpele buitenleven met altijd mooi weer, in voornamelijk korte broek, hemdje & flipflops missen. Op de boot leven we in een soort van tijdloos. Zonder agenda, horloge, seizoenen en een werkweek worden we er niet elke keer aan herinnert dat de tijd door onze vingers glipt… Ons jaar bestond uit twee seizoenen: het zeil- en het hurricaneseizoen. Dagen hebben geen betekenis. Het is altijd zaterdag. Geen werk. Maar ook geen vrije dag, want er is altijd wel een klus. Onze dagelijkse uitdagingen zijn overzichtelijk. Blijven we liggen of gaan we verder? Waar moeten we inklaren? En waar kunnen we de bank of supermarkt vinden? Het weer bepaalde voor een groot gedeelte onze route en agenda. Niets moet. Sterker nog flexibiliteit is vereist op een zeilboot. Er zijn zoveel elementen die roet in het eten kunnen gooien. Als we te strak plannen, loopt het alleen maar uit op teleurstelling. We leefden naar ons motto “collect moments, not things” en gaven ons geld naast basisbehoeften vooral uit aan momenten. Natuurlijk hielp het enorm dat onze boot klein is en er gewoon geen spullen meer bijpassen 🙂
Maar was dat reizen alleen maar leuk? Neuh. Angst voor het onbekende, ziekte, diefstal en inbraak reizen altijd met ons mee. Als we naar de kant gaan en ons drijvende huisje achter laten, maken we ons altijd zorgen. Daar hangt ons hele hebben en houden, dobberend achter een anker. Tijdens ons bezoek aan land houden we onbewust altijd rekening met het weer. Kijken we regelmatig naar de lucht. Komt er meer wind, checken we hoe de boot er bij ligt. Komt er onverwachts slecht weer aan, vliegen we terug naar de boot en voor het donker zijn we meestal thuis. Daarnaast moeten we veel te vaak afscheid nemen. Van mensen, maar ook de omgeving. Zijn we net een beetje gewend, moeten we alweer weg. En dan die keuzes. Lang niet alles konden we zien. Soms lagen we nèt en moesten we meteen weer weg vanwege een goed weervenster. Maar dit alles weegt niet op tegen de vrijheid, het altijd buiten zijn en het simpele leven waar we zo van zijn gaan houden.
Aan de andere kant beseffen we ook dat we vijf machtig mooie jaren hebben gekregen. Die zijn toch maar mooi in the pocket! En zoals mijn schoonmoeder heel terecht zei “jullie zijn voor 50 jaar op vakantie geweest!” Dat nemen ze ons niet meer af. Toegegeven, we staan nog steeds niet te springen bij de gedachte aan de Hollandse zomers en groen IJsselmeerwater. En we zijn een beetje bang voor de ‘agenda’, die straks ons spontane leven in het nu ongemerkt naar de achtergrond doet verdwijnen. Maar er zijn ook een heleboel ‘eersten’ die in Nederland op ons staan te wachten. De eerste keer op bezoek bij familie & vrienden, fietsen, naar de bieb, haring happen, kroketten, stamppot rauwe andijvie met spekjes, een HEMA worst, oude kaas, onbeperkt internet, musea… Zou er wat veranderd zijn? Zijn wij veranderd? We worden nu toch wel nieuwsgierig. “Weet je wat, we gaan gewoon op ontdekking in eigen land” besluiten we, terwijl we nog een keer op ons achterplateau zitten, met onze voeten in het kristalheldere water …