Pigeon Island in de achtertuin van Jacques Cousteau

We vinden Deshaies nog steeds een heel leuk plaatsje, met de warme bakker voor de deur, free wifi aan boord, een bus die elk uur stopt en gratis drinkwater, maar we zijn klaar met de valwinden en gaan anker op. Enige probleem is dat er op onze ankerketting een mega groot stuk … ja wat? ik denk een stuk steiger ligt. Bij het binnenhalen van de ankerketting trekken we het omhoog en begint onze ankerlier te protesteren…  Zo gaan we niet loskomen. In het water ligt toevallig een Franse snorkelaar die wel even voor ons kijkt (scheelt mij weer een plons te water). Hij raadt aan het anker nog een keer te laten zakken, dan naar stuurboord te varen in de hoop dat de ketting onder het plateau vandaan schiet. Zo gezegd zo gedaan. Hij kijkt mee terwijl we het doen en geeft al snel een thumbs uo! “It ies owkay, yoe ken goe nauw”. “Merci” roepen wij. “Derien” horen we vanuit het water terwijl we weg varen uit de baai van Deshaies.

Koers Pigeon Island
Om de hoek ligt Pigeon Island, het eiland van Jacques Cousteau, de man met het rode petje, gek op duiken en uitvinder van de eerste duikuitrusting en later ook een soort onderwaterverblijven. Hij heeft heel wat films over het onderwaterleven gemaakt en Pigeon Island uitgeroepen tot een van de mooiste duikstekken ter wereld. Dus dat moeten we zien!

We proberen te zeilen, maar het is hollen of stilstaan. Zo hebben we enorme windvlagen en zo is het windstil en klapperen de zeilen. Het nadeel van zeilen onder de kust. Het laatste stukje motorzeilen we naar de ankerplek. We moeten 2x ankeren voor we goed liggen en we rollen meteen als een gek. Door het ontbreken van wind krijgen de golven die van opzij komen vat op onze boot en zwaaien we van links naar rechts en weer terug. Heb je geen valwinden, dan heb je wel swell die je uit je slaap houdt. Wanneer kunnen we weer gewoon een nachtje door slapen?

Te laat....hij is alweer weg

Te laat….hij is alweer weg

Op deze ankerplek stikt het van de schildpadden die regelmatig adem halen aan de oppervlakte rond de Blabberboot. Ze hebben een gemiddeld doorsnede van een meter en koppen zo groot als voetballen! Ze halen drie keer adem en dan duiken ze weer onder. Een prachtig gezicht, maar altijd net te laat of te ver weg voor de camera!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *