We hoppen weer een eilandje verder naar Carenero. De doorgang naar de baai is smal. We moeten vooral oost houden en onze ogen goed gebruiken. Maar het valt mee, we komen niet onder de 6 meter op de diepte meter. De baai is geweldig en ook weer populair bij de Venezolaanse motorboten, er liggen o.a. 3 Grand Banks. Ze hebben allemaal een witte vlag in top. We gaan maar niet vragen waar die voor is. Voor hetzelfde geldt is de vlag een aanduiding dat je voor het park betaald hebt en we willen niemand wakker maken! Op de kant zien we een hele stapel vuilniszakken. Er is hier zowaar een soort ophaaldienst van vuil. Goede zaak, maar om het park een beetje te ontzien, bewaren we onze zakken wel tot Bonaire.
Voor de ingang aan de oostkant kunnen we geweldig snorkelen. Het water is super helder en we snorkelen zo langs de prachtige onderwatertuin. De terugweg pakken we een shortcut over ondiep koraal en langs grote Barracuda’s.
De shortcut was iets te ondiep voor moi. Ik schraap met mijn been over een stuk koraal en haal mijn bovenbeen open. het koraal is hard kan ik je vertellen. Terug op de boot ontsmet ik het snel met Betadine. Het lijkt niet ernstig, het voelt vooral branderig, net zoals bij een flinke schaafwond.
Daarna pakken we de dinghy naar het vissersdorp op Carenero. we parkeren de dinghy op het strand en lopen verder langs het water. aan het einde komen we uit bij een soort restaurantje, waar je helaas alleen wat kunt eten. Wij hadden onze zinnen op iets te drinken gezet. Het ziet er allemaal zeer verzorgd uit en de nodige religieuze uitingen ontbreken niet bij de vissers. Ze zijn gek op Maria!
Terug op de boot gaan Frits en Ben nog even vissen met de dinghy en ze komen terug met een kleine zandhapper aan de haak. Daar kunnen we helaas geen Ceviche van maken!