Kick-off North Sea Jazz met gratis concerten op het Brionplein

De Pontjesbrug

De Pontjesbrug

Binnenkort is hier op het eiland het North Sea Jazz festival met grote namen als Prince, Erika Badu, Mark Anthony, Herbie Hancock en golden oldies zoals Toto, Diana Ross en Paul Enka. De kaartjes kosten 195 dollar per avond, veel Curaçaoënaars sparen hier het hele jaar voor. Wij hebben niet gespaard en vinden het iets te veel, dus we moeten het doen met de gratis concerten die voorafgaand aan het festival worden gegeven op het Brionplein in de stad.

Israel and the New Breed
De eerste avond trappen ze af met Israel and the new Breed, deze voormalige gospel zanger schijnt muzikaal een ander pad ingeslagen te zijn, maar de Bella Ciao en wij vinden het nog steeds iets te veel ‘into the lord’. Bij het publiek gaan alle handen omhoog en iedereen om ons heen zingt mee …een soort EO jongeren dag maar dan op Curaçao met jong en oud door elkaar heen. Bij het vijfde nummer zingt hij “Let’s go let’s go let’s go” … en dat is voor ons het sein om te gaan zodat we nog net de laatste bus terug kunnen pakken naar de Caracas baai met Nicky Lauda, de supersnelle buschauffeur.

El Gran Combo de Puerto Rico
De volgende dag werd er nog een keer een gratis concert gegeven, deze keer was het een groot salsa orkest uit Puerto Rico. We staan samen met de Bella Ciao, Sylfer en Blues hoog op de Pontjesbrug met een geweldig zicht op het podium en de twee grote schermen er naast. Hier waait een lekkere zwoele wind en tijdens het concert schuiven we op de brug ook nog een paar keer open en dicht. Op de achtergrond zie je de vlammen van het affakkelen van de raffinaderij. Deze keer is de laatste bus al lang en breed vertrokken en we pakken bij het busstation een kleine bus voor 5 NAF p.p. terug. Goed geregeld!

Naar de film: TULA, the Revolt

Nu we ons toch onderdompelen in de geschiedenis van de slavernij, gaan we ook naar de film TULA, The Revolt. Deze film is vorig jaar op Curaçao opgenomen. De film kwam afgelopen juni ter herinnering aan 150 afschaffing van de slavernij uit. De film draaide nog in de bioscoop en wij zijn er naar toe geweest. Met een grote zak popcorn nemen we plaats in de vrijwel lege bioscoop (middageditie).

Equility, freedom, brotherhood!
Het verhaal gaat over Tula, de slaaf die verantwoordelijk is voor de eerste opstand tegen slavernij op Curaçao in 1795. Men hoort dat Frankrijk, als eerste land, de slavernij heeft afgeschaft en ze willen dat Nederland volgt. Op zoek naar vrijheid ondergaat Tula met een grote groep slaven, die zich bij hem aansluiten, een tocht naar de gouverneur om hun vrijheid op te eisen. Deze bereikt hij echter niet, omdat hij stuit op een leger dat hem uiteindelijk ondanks het dappere verzet van de slaven de pas afsnijdt. Als hij aan het einde van de film toch voor de gouverneur belandt is het in boeien. Hij is verraden door een andere slaaf, die hiervoor in ruil de vrijheid krijgt. De gouverneur spreekt zijn straf uit. Tula wordt gedood, maar niet voor ze eerst nog als zijn botten breken en zijn gezicht in brand steken. Alsof alleen ophangen niet afschrikwekkend genoeg is.

Tula heeft echt bestaan en is een legende op Curaçao. Vlak voor zijn dood heeft hij nog wel een kind verwekt. Maar of er nu nog nazaten zijn is niet bekend.

Het is een indrukwekkend verhaal dat je pakt, ondanks het slecht gecaste vriendinnetje van Tula (te modern, te veel 2013) en het bloemkolen Engels. Bizar als je bedenkt dat het nog maar 150 jaar geleden is dat Nederland als een van de laatste de slavernij heeft afgeschaft. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Een periode waar we in de hele Caribbean mee geconfronteerd worden. Toch wel iets om bij stil te staan.

Tula, the revolt

Tula, the revolt

Later zien we ook nog het Tula monument, achter Aqualectra  aan zee. Er zijn een paar beelden geplaatst en een monument met de belangrijkste opstandelingen en de mannen die verantwoordelijk zijn voor de opstanden in andere landen.

Een filmavondje in de schoolbanken van de UNA op Curaçao

Samen met de Bella Ciao crew en hun vriendin Curaçaose vriendin Ini, gaan we naar de Film “Motherland, a genetic journey”. De film wordt uitgezonden op de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) en na afloopis er een discussie over de film.

We all want to know our roots and homeland
de film gaat over de zoektocht van drie Afrikaanse/Caribische personen, Beaulie, Mark en Jacqueline uit Engeland die op zoek gaan naar hun roots in Afrika. Om te achterhalen waar hun voorouders maar liefst 11 generaties terug vandaan kwamen wordt DNA materiaal gebruikt. Met dit materiaal kunnen ze zeggen waar iemand ongeveer vandaan komt. Bij een persoon, Beaula, hebben ze zelfs een perfecte match en kunnen ze tot hun eigen verbazing ook precies zeggen waar haar voorouders vandaan kwamen. Ze blijkt van het eiland Bioko voor de kust van Afrika te komen. We volgen haar in de film als ze terug gaat naar haar land van herkomst.

Hij is als een geit tussen de kamelen
In de film volgen we ook mark. Hij heeft meer pech. Ze volgen namelijk eerst zijn vaderlijn en die laat zien dat hij uit Europa komt, waarschijnlijk Moskou. Het gezicht dat hij bij deze boodschap laat zien is hilarisch. “I am black, how is this possible?” Het trieste van deze mededeling is dat hiermee wordt bevestigd dat blanke Europeanen seksuele contacten onderhielden met vrouwelijke slaven. Daarna zoeken ze ook langs zijn moederlijn en komen ze uit in Niger, bij de Kanuri stam. Ook hij wordt gevolgd tijdens zijn bezoek aan zijn land van herkomst.

Tenslotte was er ook nog Jacqueline. Zij kwam oorspronkelijk uit Jamaica. En gaat op bezoek bij de plantage waar haar voorouders hebben gewoond. Wij vinden het een boeiende en pure film. Op youtube staat de hele documentaire:

What will the journey bring
Na afloop was er op de UNA ook een discussie in het Papiaments. In hoofdlijnen vroeg men zich af of terugkijken wel zinnig was, het gaat immers om het nu en waar je heen gaat. Daarnaast brengen deze zoektochten niet altijd wat je er van verwacht en kunnen ze op een teleurstelling uit lopen. En tenslotte was er ook nog de vraag of DNA wel de juiste zoekmiddelen zijn. Een bijzondere film/documentaire, die genoeg vragen op roept. Ik kan me voorstellen dat mensen op zoek gaan naar hun roots. Maar het moet je leven nu niet te veel beïnvloeden, het gaat immers om wat je er nu van maakt.

We sluiten af met een pakkende quote uit de film:
“If you know where home is, that’s enough. You don’t have to be there”.

Inklaren in Curacao

Vandaag gaan we samen met de Bella Ciao inklaren. Dit doe je in de hoofdstad Willemstad en dat ligt ongeveer 8 km verderop. Dus we pakken de openbare bus en laten ons in het centrum afzetten. Reinhilde heeft nog een lijst met de vertrektijden van de bus. Het grappige van de bus timetable is dat alles gerekend wordt vanuit vertrek centrum, Punda. Dus onze bus vertrekt om 10 uur uit Punda en is dan ongeveer een half uur later bij ons!

In het centrum lopen we als eerste naar de douane bij de drijvende Venezolaanse groentemarkt. We vullen een document in, pakken de paspoorten, bootpapieren en uit uitklaarbewijs van Bonaire er bij en de alleraardigste douane beambte voert alles meteen in het seaclear computer systeem in. Voor ik het weet is Ben 10 jaar jonger, een meisje geworden en onze boot meet maar liefst 1,36. Dus je moet wel scherp blijven! Ondertussen intrigeert een enveloppe met de naam Rafiki mij. Ze blijken de bootpapieren vergeten te zijn en ik bied aan ze mee te nemen. Dat is ok.

De volgende stop is het immigratiekantoor en de port authorithy. Deze zitten aan de overkant, bij de Pontjesbrug rechts op de plek waar ook de cruiseschepen aanleggen. Maar ze zijn net dicht (van 12 tot 14.00 uur) dus we vermaken ons tot die tijd op een terras voor de pontjesbrug. Dit is de oudste drijvende draaibrug in de wereld, met 16 pontjes en voortgedreven door 2 motoren. De hele brug zwaait op zij naar de Otrabanda kant als er een schip nadert. Is het een klein schip dan gaat ie maar voor de helft open. Wij hebben geluk. Er komt net een marine schip binnen en de hele brug schuift op zij. Het marine schip ziet er qua ontwerp wat oud uit, maar het blijkt een van de nieuwste schepen te zijn lees ik later in de lokale krant. Hiërarchie in de eetzaal kennen ze niet meer, iedereen eet bij elkaar. Daarnaast hebben ze door alle moderne technieken het aantal mensen aan boord met de helft kunnen reduceren.

Op het immigratiekantoor vullen we wederom een papier en een kaartje in en zijn we ook snel klaar. De laatste stop is de portauthority voor een ankervergunning. Hiervoor vullen we wederom een papier in, maken ze een kopie van het paspoort van de kapitein en betalen we 10 dollar (dat is goedkoper als betalen in NAF).

We zijn weer legaal en kunnen nog even door de stad zwerven voor we de bus terug pakken. Willemstad is levendige stad en staat vol met mooie gekleurde panden. De panden aan het water hebben wel wat van Amsterdamse grachtenpanden, alleen zijn deze in het geel, roze en blauw veel kleurrijker. De huizen zijn overigens geschilderd in een kleur, omdat het wit zo zeer doet aan je ogen als de zon er op schijnt. En het staat nog een stuk vrolijker ook, zeker als je ziet hoe het afsteekt tegen de mooie blauwe lucht. In de wijk Punda is het shop till you drop, zoveel winkeltjes hebben we lange tijd niet bij elkaar gezien.

Op de gennaker naar het Spaanse Water in Curaçao

Op zondag hebben we uitgeklaard (ja dat kan in Bonaire! Bijzonder) en maandag gooien we om 8 uur de mooringlijnen los. De dinghy laten we achter de boot hangen omdat we voornamelijk voor de wind gaan. Al snel hebben we de gennaker omhoog, maar er zit een zandloper in het zeil. Bij het opbergen de vorige keer was het zeil nat geworden en hebben we deze buiten de zak laten drogen. Daarna hebben we hem niet goed opgeborgen en nu zit het zeil gedraaid. Dus de hele boel weer naar beneden. Lijnen los, draaien en opnieuw om hoog. Als alles goed zit koersen we met een 4 a 5 knopen op Curaçao af, op de voet gevolgd door de Acapella, die onderweg deze mooie foto’s van ons heeft gemaakt.

We zeilen heerlijk relaxed naar Klein Curaçao. We hopen daar een nachtje voor anker te gaan, alleen is de wind iets gedraaid en je rolt nogal op de golven bij het onbewoonde eiland. Het ziet er prachtig uit, maar we besluiten toch door te gaan naar (groot) Curaçao. We komen hier nog wel een keer terug als de golven uit een andere hoek komen of als het rustiger is.

We moeten nog zo’n 8 mijl naar Curaçao en hijsen deze keer de genua met boom. Eenmaal bij de kust is het best spannend, want op het blote oog kunnen we de ingang niet vinden. De plotter en iPad vinden deze wel, dus we varen op de apparatuur verder richting de ingang van het Spaanse Water. Vlak voor de ingang en het Hyatt resort komt een boot naar buiten varen en weten wij waar we naar binnen moeten. Goede timing!

De doorgang naar het Spaanse Water is smal en er zitten een paar ondieptes. De kaart van Navionics geeft wel de ondieptes aan, maar niet de juiste diepte, dus het is even opletten geblazen. We lopen moeiteloos op de motor naar binnen. Passeren een stuk waarbij de diepte meter terug gaat naar twee meter. Maar het geeft geen problemen voor de Blabber boot. Op de plotter zien we de Full Circle en de Bella Ciao liggen. We gaan achter twee kleine eilandjes met mangrove liggen in Vak B. De eerste keer ankeren we iets te dicht op twee andere zeilboten, dus we doen het nog een keer over en deze keer liggen we perfect.

Ankeren op het Spaanse Water
Wat een andere omgeving als Bonaire. We liggen in een beschutte baai op 8 meter diepte. We kijken uit op de Tafelberg en om ons heen zien we nog meer heuvels en groene eilandjes. Het water is helaas niet helder en de bodem kunnen we niet meer zien. In een baai verderop zien we de Sark liggen. Dat is lang gelden (Trinidad, in februari dit jaar). Het is trouwens niet druk op het Spaanse Water. Later horen we dat hier normaal rond de 400 boten liggen. Nu liggen er maar honderd. Dit komt door de nieuwe regels. Buitenlanders mogen hier maar max. drie maanden met de boot liggen. Nederlanders gelukkig 6 maanden, dus we hebben nog even!