Een museum bezoek op Statia met bijzondere wending

Het Historical museum in Statia

Het Historical museum in Statia

In het St. Eustatia Historical Foundation museum (uit 1750), het voormalige huis van de planter en verkoper Simon Simonz Doncker, kun je zien hoe een planter leefde in de 17e eeuw. In de kelder zijn oude archeologische opgravingen van de Golden Rock site. En er is een tentoonstelling over slavernij. Helaas veel leeswerk en daar hebben we niet zo veel zin in.

De peul van de Tamarinde

De peul van de Tamarinde

Er staat een boom bomvol met vitamine in de achtertuin
Dus we belanden al gauw in de achtertuin. Daar treffen we o.a. een Tamarinde boom, van origine een Afrikaanse/Indiase boom, die vol hangt met gele peulen. In deze schalen zit heerlijk rood vruchtvlees. Het lijkt qua structuur erg op de dadel. Het is vlezig, plakkerig en smaakt zoet/zuur. Erg lekker, dorstlessend en nog gezond ook, omdat het boordenvol vitamine A en C en antioxidanten zit. Dit wondervruchtje is cholesterol- en bloedsuikerspiegel verlagend, helpt tegen malaria, winderigheid, obstipatie, diarree en koorts. Het is ontstekingsremmend dus goed tegen reuma. En het is een prima anti-kater middel, omdat het het proces om alcohol uit je lichaam te verwijderen versnelt!

Tamarinde in een doosje van de Toko

Tamarinde in een doosje van de Toko

En als je denkt waar ken ik het toch van? Waarschijnlijk uit de toko. In de Indiase keuken wordt het als smaakmaker gebruikt en staat het beter bekent als Tamarindepasta of asempasta.

Hoe maak je juice van de Tamarinde:
De dame van het museum legt ons onder de Tamarinde boom uit hoe we de goede peulen moeten uitzoeken en hoe we een lekker juice kunnen maken van deze Tamarinde peulen.

Filmpje

Recept (wij geven de voorkeur aan geen suiker):

  • 200 gram tamarinde peulen
  • 1 liter water
  • 2 limoenen
  • Eventueel aan vullen met: honing, kardemom, kruidnagel en koriander toevoegen.
De draden in een Tamrinde peul

De draden in een Tamrinde peul

Dop de tamarinde peulen. Verwijder de draadjes waarmee de vrucht aan de schil zit. Doe de vruchten in het water en laat het 5 minuten koken. Roer af en toe, zodat het vruchtvleeslos komt van de pitten. Giet het door de zeef en laat het geheel afkoelen. Voeg tenslotte nog de limoensap toe en voila, je hebt een heerlijke dorstlessende gezonde drank! Voor de mensen die niet zo van zuur houden kun je nog wat suiker toevoegen.

Tree of Life
Tijdens de rondleiding in de achtertuin van het museum zien we ook nog een Kniptree, de vruchten zijn nog lang niet rijp, maar als ze rijp zijn is het ook snoepen! Wij hebben ze vorig jaar op Dominica geproefd. En we sluiten deze natural tour af met de Tree of Life een boom met een Joodse traditie, die de dame niet kent, dus als iemand het weet? Laat maar horen wat de achtergrond van deze boom met vruchtjes in de vorm van een hart is. We zijn heel benieuwd!

Sand dollars

Sanddollars op Statia

Sanddollars op Statia

Tijdens een grote schoonmaak van de boot onder water, zie ik ze liggen; Sanddollars. Zo voor het oprapen. Ik moet alleen even 5 meter diep duiken. De eerste die ik pak breekt. Ok, dat moet dus met meer beleid. Verderop zie ik er nog eentje liggen. Weer duik ik naar 5 meter diepte, iets voorzichtiger deze keer schep ik de sanddollar uit het zand en breng hem heelhuids boven. Wow, wat mooi! Dit smaakt naar meer. Dus ik duik er nog eentje op, reserve geld zeg maar, het is meteen een hele grote.

 

Sand dollars ook wel Sea cookies of Pansy shells genaamd
Deze zeemuntjes zijn overblijfselen van een onderwaterkruipsel dat nauw verwant is aan de zee-egel… Ja, ik moest het ook opzoeken hoor! Dus eigenlijk kijk ik naar het skelet van een dood onderwater beestje, dat voorheen vrolijk over de zeebodem van ondiep water kroop. Desalniettemin, deze overblijfselen zien er prachtig uit. Als je goed kijkt zie je op de bovenkant een bloemmotief. Door de gaten stroomden, toen ze nog leefden, water en dit zorgde voor voortstuwing. Ik vind het een cadeautje uit de zee van moeder natuur.

Benieuwd hoe zo’n beestje er levend uitziet?
Bekijk deze time laps video op Youtube:


 

Klimmen, klauteren en snorkelen in The Baths

The Baths BVIBen start de dag met een goede daad. Achter ons ligt een vrouwenboot en ze hebben problemen met het anker ophalen. Ben vaart er heen en zorgt er voor dat de dames binnen 5 minuten anker op kunnen. Hij krijgt een staande ovatie en diepe buiging. Ze proberen ook nog een thank you Lord, maar dan schiet Ben snel in de dinghy weg.

We nemen afscheid van Marlies en Oliver. Zij varen met de Maolis verder naar het westen om daar vervolgens aan de oversteek naar de Azoren te beginnen. Wij varen nog wat verder naar het oosten voor we afbuigen naar het zuiden.

The Baths BVI (5)On our way to The Baths
Het is rustig weer, we hebben 10 tot 15 knopen wind uit het oosten, dus we motoren in een uurtje tegen de wind in naar de overkant. Rond het middaguur komen we aan bij het Nationale Park The Baths en het is druk! Alle moorings zijn bezet… Zullen we ankeren? We zien meer boten dat doen, ook al staat er in de boeken dat het niet mag… of gaan we door. Net terwijl we besluiten om te draaien, ziet Ben dat een Cat losgooit van een mooring en hij stuift er heen met de blabberboot. We liggen front row, op A-locatie!! Dat vraagt om pannenkoeken met lunch!

Daarna dinghy’en we naar de kant. Althans, naar de moorings voor de kant, want het laatste stuk naar het strand moet je snorkelen/zwemmen. Je mag hier niet met je dinghy komen. Dit levert te veel gevaar op voor alle zwemmers.

The Baths, een groot speelparadijs ook voor volwassenen
Op het strand volgen we de bordjes naar de Cave and Devils Bay. Wij vinden het een groot pretpark. We klimmen en klauteren, glijden tussen, onder, over en onder rotsen door. Lopen door het water, komen op mooie uitzichtpunten en belanden uiteindelijk in Devils Bay. Genieten!

Terug via een onderwater doolhof

Daar trekken we onze snorkelspullen aan en snorkelen terug langs en tussen de rotsen door naar de ankerplek. Dit heeft een hoog fun gehalte. Allemaal kleine kruipdoor sluipdoor weggetjes onder water, soms behoorlijk smal en ondiep en onverwachts worden we meerdere malen overvallen door een binnenkomende golf. We zien krabbetjes voor ons vluchten op de rotsen. Een paar verdwaalde vissen. Onderwijl probeer ik te filmen en steek ik af en toe mijn hoofd boven water om mij te oriënteren. Het is een groot onderwater dolhof. Geweldig! We vinden de terugtocht leuker als de klimweg heen!

Machtig mooi zeilen naar de Virgin Gorda Sound
Terug op de boot gooien we los en zeilen weg van de mooring. Het is al een stuk rustiger,  vele moorings zijn alweer vrij. We zeilen verder naar het noorden, naar de Virgin Gorda Sound. Er wordt de komende dagen veel wind voorspeld en je kunt hier aardig beschut liggen. We hebben halve wind en lopen prachtig op de genua met 6 knopen. De eerste ingang naar the Sound is voor ons te ondiep. Wij varen om het Mosquito eiland en de riffen heen naar de tweede ingang. Eenmaal binnen laten we ons anker vallen voor Pear Island. Het is hier lekker rustig. We horen sprinkhanen en geiten!

De boot draait ‘s avonds wel met de kont naar de rotsen, dat is iets minder. Er is geen wind en de stroom heeft vrij spel.

Pussers, de hofleverancier van de Royal Army

De dinghy dock

De Pusser’s dinghy dock

We gaan weer anker op richting Salt Island en het in 1867 door hurricanes overvallen en gezonken royal post schip RMS Rhone. Je schijnt het met snorkelen zelfs goed te kunnen zien, dus we willen het in ieder geval proberen. Maar eenmaal op de ankerplaats besluiten we door te zeilen, het is te onstuimig….

We zetten koers richting Trellis Bay en zeilen de boot scherp aan de wind met gemiddelde van 5 knopen net om Bluff Point heen. Daarna kunnen we afvallen en voor de wind de baai in. Een geweldige lekkere zeiltocht van wel 10 mijl!

Voor anker bij Marina Cay

Voor anker bij Marina Cay

Voor anker bij Marina Cay
De Navionics kaart is een beetje in de war bij Trellis Bay. Wij hebben Navionics zo ingesteld dat bij 2 water en minder het water blauw kleurt, zodat we meteen gealarmeerd zijn. Maar bij Trellis Bay is alles wit. Dus je zou denken … gaan! Totdat ik op de kaart kijk en(on)dieptes zie van 1.40 en zelfs  0.80 cm! Dat gaan we niet doen. We varen door naar het mooring veld bij Marina Cay. Je kunt een mooring huren voor 30 dollaar per nacht. Wij gaan echter achter het mooring veld ankeren en wij vinden een prima ankerplek voor het privé eiland Great Camanoe op 8 meter water.

Rob and Rodie White

Rodie White

Our Virgin Island
Met de dinghy gaan we naar het door riffen omgeven Marina Cay. Het eiland waar Robb & Rodie White, een pasgetrouwd stel, eind jaren ’30 heeft gewoond. Ze hadden het eiland gekocht voor 60 dollar. Er was niets. Ze hebben er drie jaar gewoond, een huis en cistern voor wateropvang gebouwd en de grond bewerkt. Het huis gaf ze shelter, het land eten en de zeilboot zorgde voor vervoer. Back to basic! Aan dit mooie romantische plaatje kwam een einde toen schrijver Robb naar de tweede wereld oorlog werd gezonden. Toen hij terug kwam zijn ze gescheiden en ze zijn beiden nooit meer terug geweest op het eiland. Het eiland heeft er tot de jaren ’60 verwaarloosd bij gelegen, daarna is er een hotel geopend.

Rob White heeft een boek over hun avonturen geschreven en het boek (Our Virgin Island) is verfilmd (Virgin Island) met o.a. een hele jonge Sydney Poitier. De beelden zijn geschoten in de Virgin Islands, we zien zelfs The Baths voorbij komen en er zijn veel opnames op het oorspronkelijk eiland Marina Cay gemaakt. Als iemand aan de totale film uit 1958 kan komen, dan houden wij ons aanbevolen! Op YouTube hebben we het eerste deel gevonden van de film:

Pusser's Painkiller

Pusser’s Painkiller

het boek is uiteindelijk in de jaren ’70 herschreven en kreeg de titel “Two on a Isle“. Het huis van de White’s is gerestaureerd en herbergt nu de bar van Pussers. Wij hebben er tijdens Happy Hour een Painkiller, de lokale drank van de Virgin Island gedronken terwijl ‘two dudes’ heerlijk relaxed zaten te spelen. Je hebt vanuit de bar een prachtig uitzicht op de baai, omgeving en de ondergaande zon. Op het strand staat het restaurant waar nog oude zwart wit foto’s van Robb & Rodie hangen.

Op het eiland kunnen we trouwens water tanken voor 19 cent per gallon. We denken er nog even over na….maar we kunnen wel wat water gebruiken… We hebben voor het laatst twee weken geleden 240 liter water getanked bij de St. Thomas Jachtclub. We denken het niet het hier mee te redden tot St. Maarten…

Elke dag een andere achtertuin

De onderwatertuin van Christmas Cove is prachtig, bijzonder, nieuw en echt genieten. Ik plons zo het heldere water in en snorkel naar de kant. Daar zwemmen allemaal lieve kleine nemotjes, pijlstaartroggen, schildpadden en zelfs barracuda’s. De stingrays zijn mooi… op een afstandje! Ik wil ze wel zien, maar niet te dichtbij graag. Ik heb nog altijd die krokodillen man uit Down Under ergens in mijn geheugen zitten. Hij is gedood door de staart van een pijlstaartrog … Maar volgens Ben hoef ik niet echt bang te zijn, zolang ze daar beneden zwemmen. Ze kunnen niet zo snel naar boven komen… dat gaat heel geleidelijk… zegt ie.

Tot we ‘s avonds tot onze grote schrik een pijlstaartrog een meter boven het water uit zien springen en snel! Ehhh?… juist ja… ik blijf voorlopig nog wel een beetje bij ze uit de buurt. Alhoewel dat moeilijk is, want het stikt er hier van en we zien ze regelmatig boven het water uit springen.

Het koraal is ook weer prachtig. Ik zie zelfs een soort kwik balletje verscholen tussen het koraal. Spannend, maar ik heb geen idee wat het is. Het staat in ieder geval niet in mijn onderwater boekjes. Iemand een suggestie?

Fish of the day… ehhh anyone, ik heb geen idee??!!

En terwijl ik niets vermoedend langs een rotswandje snorkel, kom ik na een lief schildpadje een joekel van een vis tegen. Holy moly… dit is geen klein onschuldig klein tropisch visje meer? Het beest is zeker een meter lang, dat past niet eens in een huis-tuin-en-keuken aquarium! Ik blijf stil liggen op gepaste afstand en maak snel een filmpje! Jammer genoeg komt niet echt over hoe groot deze vis is. Iemand een idee waar ik tegenaan gezwommen ben?

Met de golfkar naar de boot

We genieten nog even van de luxe van stromend water, spoelen de boot weer schoon en doen nog een paar wasjes. Het is de laatste dag dat we een auto hebben, dus daar moeten we nog even van profiteren.

Boodschappen
We halen de laatste boodschappen. In de winkel verbaas ik mij over de vele soorten ‘wortel’. De Yucca nemen we mee. Van een vrouw bij de kassa horen we dat het smaakt als aardappel en je bereid het ook op dezelfde manier.

Tanken
Daarna halen we bij het pompstation nog twee tanks met diesel. De tank op de boot zit weer helemaal vol.

Eten
We eten nog een keer lokaal bij een kiosko langs de strip en leveren daarna precies op tijd onze auto in. Vanaf nu moet alles weer met de dinghy en te voet. In de marina halen we een zak ijs en worden we me de golfkar weer voor de boot afgezet.

Sundowner
Met ananassap, kokosmelk, rum en gecrushed ijs maken we zelf Pina colada’s. Maar het smaakt toch niet zoals de Pina Colada die we krijgen in een bar.

Koetelen-aan-boord-dag

Bijzondere manier van bier inschenken

Bijzondere manier van bier inschenken

Ponce, met de bijnaam “De Parel van het Zuiden”, heeft het mooiste weer van Puerto Rico. Het regent er nooit (zeggen ze). En de wind is ook een apart fenomeen. Het is net of er ’een knop’ op de wind zit. ’s Morgens om 10 uur gaat de wind aan en waait het vervolgens de hele dag rond de 20 knopen. ’s Avonds om 21 uur gaat de wind uit en dan liggen we ineene heel relaxed te dobberen achter onze mooring tot de volgende morgen 10 uur de wind weer aan gaat! Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de wind ’s avonds wat meer naar het noorden draait en het Cordillera Central gebergte de wind op onze ankerplaats tegen houdt.

Het koelt hier ’s avonds wel af tot 23 graden. Dat zijn we niet meer gewend en we hebben het dan ook voor het eerst koud gehad de afgelopen nacht. We halen de donzen dekbedden onder het stof vandaan!

’s Avonds hebben we met Peter en Brooke van de Azimuth afgesproken op de boardwalk. Er zijn hier heel veel kleine eet- en drinktentjes met live muziek. En er wordt spontaan gedanst op de live muziek. We doen gezellig mee, drinken een paar Medalla light biertjes (alle lokale biertjes zijn light!) en proberen op aanbeveling van Peter een Cucaracha…. Yep, dit betekent kakkerlak! Een drankje dat bestaat uit Kahlua, Tequilla en een Puerto Ricaanse rum. Dit steken ze in de brand, ze strooien er wat kaneel op en dan moeten wij het opdrinken met een rietje. Ben heeft nog dagen ‘La Cucaracha’ gezongen!!! Na dit drankje taaien we af naar de boot.

Naar de film: TULA, the Revolt

Nu we ons toch onderdompelen in de geschiedenis van de slavernij, gaan we ook naar de film TULA, The Revolt. Deze film is vorig jaar op Curaçao opgenomen. De film kwam afgelopen juni ter herinnering aan 150 afschaffing van de slavernij uit. De film draaide nog in de bioscoop en wij zijn er naar toe geweest. Met een grote zak popcorn nemen we plaats in de vrijwel lege bioscoop (middageditie).

Equility, freedom, brotherhood!
Het verhaal gaat over Tula, de slaaf die verantwoordelijk is voor de eerste opstand tegen slavernij op Curaçao in 1795. Men hoort dat Frankrijk, als eerste land, de slavernij heeft afgeschaft en ze willen dat Nederland volgt. Op zoek naar vrijheid ondergaat Tula met een grote groep slaven, die zich bij hem aansluiten, een tocht naar de gouverneur om hun vrijheid op te eisen. Deze bereikt hij echter niet, omdat hij stuit op een leger dat hem uiteindelijk ondanks het dappere verzet van de slaven de pas afsnijdt. Als hij aan het einde van de film toch voor de gouverneur belandt is het in boeien. Hij is verraden door een andere slaaf, die hiervoor in ruil de vrijheid krijgt. De gouverneur spreekt zijn straf uit. Tula wordt gedood, maar niet voor ze eerst nog als zijn botten breken en zijn gezicht in brand steken. Alsof alleen ophangen niet afschrikwekkend genoeg is.

Tula heeft echt bestaan en is een legende op Curaçao. Vlak voor zijn dood heeft hij nog wel een kind verwekt. Maar of er nu nog nazaten zijn is niet bekend.

Het is een indrukwekkend verhaal dat je pakt, ondanks het slecht gecaste vriendinnetje van Tula (te modern, te veel 2013) en het bloemkolen Engels. Bizar als je bedenkt dat het nog maar 150 jaar geleden is dat Nederland als een van de laatste de slavernij heeft afgeschaft. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Een periode waar we in de hele Caribbean mee geconfronteerd worden. Toch wel iets om bij stil te staan.

Tula, the revolt

Tula, the revolt

Later zien we ook nog het Tula monument, achter Aqualectra  aan zee. Er zijn een paar beelden geplaatst en een monument met de belangrijkste opstandelingen en de mannen die verantwoordelijk zijn voor de opstanden in andere landen.

Een filmavondje in de schoolbanken van de UNA op Curaçao

Samen met de Bella Ciao crew en hun vriendin Curaçaose vriendin Ini, gaan we naar de Film “Motherland, a genetic journey”. De film wordt uitgezonden op de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) en na afloopis er een discussie over de film.

We all want to know our roots and homeland
de film gaat over de zoektocht van drie Afrikaanse/Caribische personen, Beaulie, Mark en Jacqueline uit Engeland die op zoek gaan naar hun roots in Afrika. Om te achterhalen waar hun voorouders maar liefst 11 generaties terug vandaan kwamen wordt DNA materiaal gebruikt. Met dit materiaal kunnen ze zeggen waar iemand ongeveer vandaan komt. Bij een persoon, Beaula, hebben ze zelfs een perfecte match en kunnen ze tot hun eigen verbazing ook precies zeggen waar haar voorouders vandaan kwamen. Ze blijkt van het eiland Bioko voor de kust van Afrika te komen. We volgen haar in de film als ze terug gaat naar haar land van herkomst.

Hij is als een geit tussen de kamelen
In de film volgen we ook mark. Hij heeft meer pech. Ze volgen namelijk eerst zijn vaderlijn en die laat zien dat hij uit Europa komt, waarschijnlijk Moskou. Het gezicht dat hij bij deze boodschap laat zien is hilarisch. “I am black, how is this possible?” Het trieste van deze mededeling is dat hiermee wordt bevestigd dat blanke Europeanen seksuele contacten onderhielden met vrouwelijke slaven. Daarna zoeken ze ook langs zijn moederlijn en komen ze uit in Niger, bij de Kanuri stam. Ook hij wordt gevolgd tijdens zijn bezoek aan zijn land van herkomst.

Tenslotte was er ook nog Jacqueline. Zij kwam oorspronkelijk uit Jamaica. En gaat op bezoek bij de plantage waar haar voorouders hebben gewoond. Wij vinden het een boeiende en pure film. Op youtube staat de hele documentaire:

What will the journey bring
Na afloop was er op de UNA ook een discussie in het Papiaments. In hoofdlijnen vroeg men zich af of terugkijken wel zinnig was, het gaat immers om het nu en waar je heen gaat. Daarnaast brengen deze zoektochten niet altijd wat je er van verwacht en kunnen ze op een teleurstelling uit lopen. En tenslotte was er ook nog de vraag of DNA wel de juiste zoekmiddelen zijn. Een bijzondere film/documentaire, die genoeg vragen op roept. Ik kan me voorstellen dat mensen op zoek gaan naar hun roots. Maar het moet je leven nu niet te veel beïnvloeden, het gaat immers om wat je er nu van maakt.

We sluiten af met een pakkende quote uit de film:
“If you know where home is, that’s enough. You don’t have to be there”.